49 Verbod van Eegeeringswege om de civiele practijk in Nederlandsch- Indtë gedurende drie jaren na het tijdstip, waarop de officier van Gezondheid of de militaire Apotheker uit 's lands dienst werd ontslagen, uit te oefenen. II. Voor het verlaten van de dienst tegen liet tijdstipdat het dienstverhand geëxpireerd is: a. Aanzienlijke lotsverbetering op het oogenblik zelf, dat het dienst verband eindigt. b. Zoo veel mogelijk periodieke tractementsverhooging. c. Hooger pensioen, tot een bedrag gelijk aan dat van den naast volgenden rang, volgens de bestaande pensioensregeling. Het ad I aangeprezen middel is wellicht uit een staatsrechtelijk oogpunt aan bedenkingen onderhevig. Men zoude kunnen aanvoeren, dat de Eegeering het recht niet heeftde bevoegdheid tot practijk den arts tijdelijk te ontnemen anders dan in de gevallenbij de Wet bepaald. Ad II wenschen wij liever geene cijfers op te noemen, maar alleen op te merken, dat tegenwoordig alle officieren van Gezondheid (waarom dan ook niet alle apothekers en alle paardenartsen met hetzelfde recht?) eene toelage uit de begrooting van het Departement van On derwijs, Eeredienst en Nijverheid ontvangen voor civiele geneeskun dige diensten. Die toelage verdienen velen zeer gemakkelijk, dooi er weinig voor te doen. Zij is dan ook niet anders dan als een vermomd gedeelte van de wettige militaire inkomsten van den officier van Gezondheid te beschouwen, die men bij de laatste lotsverbetering van de officieren der Geneeskundige dienst niet ruiterlijk als een in tegreerend gedeelte hunner tractementsverhooging heeft durven be schouwen, uit vreeze van anders de verhoudingen tusschen de trac- tementen van de officieren der Geneeskundige dienst en der andere wa pens en diensten uit het oog te verliezen! Alsof dit onder een anderen vorm niet geschieden moetEen bewijs te meer, dat het toen malig hoofd van de Geneeskundige dienst zelf niet doordrongen was van het zuivere beginsel, dat de officieren zijner dienst in de eerste plaats geneesheeren en pharmaceuten zijnen vergelijkingen met tractementen van andere officieren niet opgaan. Wij willen slechts opmerken, dat het niet aangaat: 1 de militaire apothekers en paardenartsen die toelage te blijven 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 60