607 voor de kleine afstanden weinig of geene munitie overhielden, waar door op het beslissend oogenblik hun weerstandsvermogen gebroken was of wel hunne aanvallen niet genoeg door overstelpend snelvuur op het laatste oogenblik konden voorbereid worden, zorgden de Turken steeds voor overvloed van munitie; echter liet zoowel bij de Fransclien als bij de Turken de vuurdiscipline veel te wenschen over. Na eerst te hebben nagegaan wat onder vuren op grooten afstand moet worden verstaan, zul len we de voor- en nadeelen daarvan be schouwen, om eindelijk de wijzigingen te bespreken, die ten gevolge van dat vuur in de tactiek der Infanterie en Artillerie zijn ontstaan. In algemeene termen sprekende, kan men zeggen, dat het vuren op groote afstanden begint, als het individueel schieten ophoudt ee- ne goede uitwerking te hebben op een doel van kleine afmetingen. Proefondervindelijk is gebleken, dat het vuren van twee tegen el kaar ageerende tirailleurliniën boven de 600 pas geene noemens waardige uitwerking heeft en dat boven dien afstand het doel slechts zal getroffen worden door concentreering daarvan, terwijl de uiterste grens voor dit concentrisch vuur de afstand is, waarop zelfs onder de meest gunstige omstandigheden, dus op een breed en diep doel, de uitwerking onbeduidend is. Yolgens de in den Russisch- Turkschen oorlog en bij genomen proeven opgedane ondervinding moet men tot de conclusie komen, dat deze afstand, vurende uit vaste stellingen waarbij de distantiën bekend zijn, 2400 tot 3000 passen bedraagt, terwijl die in het open veld vermindert tot 1600 a 1800 pas. De grondslagen der theorie van het vuren op groote afstanden laten zich beknopt in het volgende samenvatten. "Wanneer men op zekeren afstand een aantal schoten doet op een zelfde doel, kan men als zeker aannemen, dat geen twee schoten juist denzelfden weg zullen volgen, omdat de omstandigheden bij het lossen der schoten nimmer nauwkeurig dezelfde zijn; zelfs voorden besten schutter is het zeer moeilijk, altijd op hetzelfde punt van het doel te mikken. De kogels zullen dus altijd eenige spreiding heb ben, maar aangezien, dank zij de juiste fabricatie van geweer en munitie en vooral in verband met grondige schietoefeningen, de omstandigheden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 614