617
der twee hoofdwa.pens, doch dit alles was niet van overwegend be
lang, terwijl het bezwaar der munitieverspilling, blijkens de geno
men proeven en opgedane ondervinding in den laatsten tijd, evenzeer
ongegrond bleek, als toen die zelfde bewering werd aangevoerd tegen
de invoering der achterlaadgeweren.
Even als in eiken talc van wetenschap de noodzakelijkheid ons
dwingt, het nieuwere en betere te volgen, zoo is dit ook het geval
op het gebied der kunst van oorlogvoering, getuige de algemeen
erkende onmisbaarheid der achterlaadgeweren; spoedig zal ook het
vuren op groote afstanden zijn burgerrecht hebben verkregen en als
oen vereischte gesteld worden voor goed geoefende troepen, terwijl
natiën, die verzuimen hunne legers hierin te oefenen, daarvan even
zeer de wrange vruchten zullen plukken, als zij die met trompladers
een met achterlaadgeweren bewapenden vijand willen bestrijden.
De_ waarde van een troep is afhankelijk van de waarde der ele
menten, waaruit die is samengesteld en deze hangt af van de
eigenschappen der wapens, waarmede het individu gewapend is,
en den graad van oefening en krijgstucht; want de beste wapens,
in handen der beste schutters, zullen niet veel nut hebben, in
dien niet oefening en discipline alles tot een samenwerkend geheel
maken.
Bij den tegenwoordig als gevolg van de verbeterde vuurwapens
hoofdzaak zijnden verspreiden gevechtsvorm is het moeilijk, den troep
goed in de hand te houden, en moet elk individu geheel doordrongen
zijn van het denkbeeld, dat zonder samenwerking het gewenschtc
resultaat niet kan verkregen worden.
Bestaat deze samenwerking en heeft ieder aanvoerder zijne man
schappen goed in de hand, dan behoeft men niet bevreesd te zijn
voor munitieverspilling en dit te minder, omdat bij het vuren op
groote afstanden het moreel van den troep minder geschokt zal zijn
dan in 's vijands onmiddelijke nabijheidwant het gevaar, waaraan
de troep is blootgesteld, is in het eerste geval geringer dan in het
laatste; bovendien is het voor den aanvoerder gemakkelijker, bij
weinig uitwerking het vuur te doen staken dan als men zelf onder
het werkzaam vuur van de tegenpartij staat.
Uit een en ander volgt, dat niet alleen de soldaat meer en beter