620 Ver van den vijand verwijderd, zegt hij verder, kan men rekenen op de kalmte van den troep, maar indien het vuur op de groote afstanden zijne uitwerking doet gevoelen op den vijand, zal deze dit vuur ook in practijk brengen en waar blijft dan die zoo hoog ge roemde kalmte? Hiertegenover staat, dat als men begint te bemerken, dat het vuur goede uitwerking heeft gehad op den vijand, daaruit blijkende, dat deze op zijne beurt tot de zelfde middelen overgaat, dit resultaat reeds belangrijk mag genoemd worden en niet te verwerpen is. Men zal dan nog tijd genoeg over hebben om het vuur te staken en van stelling te veranderen. De Infanterie, beweert hij vervolgens, die op groote afstanden vuurt, verliest het initiatief voor den aanval. Bij eene oppervlakkige beschouwing zoude men allicht zeggen, dat de rol van den aanvaller vermindert en dat de zucht voor zelfbe houd, door het vuurgevecht op grooten afstand, den persoonlijkeu moed zal fnuiken! Maar de geschiedenis der tactiek leert ons, dat elke verbetering in de vuurwapens eene daarmede gelijken tred hou dende schrede tot volmaking in de handelingen van den aanvaller heeft ten gevolge gehad en dat zelfs de vooruitgang ten deze steeds het overwicht heeft behouden op de verbeterde vuurwapens, en dat is zeer natuurlijkwant elke aanvallende handeling is een toonbeeld van kracht en leven, terwijl elke verbetering, aan een vuurwapen aangebracht, slechts van stoffelijke waarde is. Indien de aanvaller het vuur op grooten afstand niet toepast, is zulks in zijn eigen na deel, daar hij dan de middelen tot die goede voorbereiding mist, die hem veroorlooft, op het oogenblik van beslissing handelend, krachtig op te treden. Bij den aanval, zegt Boguslawskizal de nieuwe wijze van vuren gevaarlijke gevolgen hebben door het misschatten der afstanden. Tusschen de 700 en 1000 passen zoude namelijk het vuur ontaar den in een nutteloos vuurgevecht en dit te meer, omdat de vuur- discipline zal verloren gaan. Het is niet te ontkennen, dat voor die bewering eenigen grond bestaat, doch de groote spreiding in het vuur zal de misschattingen voor het meerendeel neutraliseerenterwijl bovendien het nagaan van o O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 627