623 het vizier tot den korrel ongeveer één dM. zal bedrageneen afstand groot genoeg voor de juistheid van het richtendat de afstand van één dM. voldoende is voor eene nauwkeurige rich ting, is bewezen door de meetinstrumenten, waarbij de afstand der richtmiddelen somtijds nog kleiner is en de juistheid van rich ten minstens even groot moet zijn als bij het schieten. Opdat de kolf bij het richten altijd een vasten stand tegen den schouder kunne behouden, moet de vizierinkeeping onbewegelijk en tevens voor het goed richten duidelijk zichtbaar zijn, terwijl de korrel, naarmate dit noodig is, op en neer moet kunnen geschoven worden. C en d (lig. 3) zijn twee ijzeren plaatjes met schroeven, aan de lade bevestigd. Het plaatje c dient tot voetstuk van een stalen plaatje a, voorzien van eene vizierkeep b, welk plaatje om eene as beweegbaar is en bij het vuren rechtstandig geplaatst wordt, zoodat het loodrecht staat op het verticale vlak, dat door de as van den loop gaat, in welken stand het ongeveer 27 cM. van het oog ver wijderd isterwijl het door eene veer rechtstandig gehouden wordt, (fig. 10 en 11.) Aan het plaatje d (fig. 9) is eene stalen staaf e, lang 2 dM., bevestigd en beweegbaar om eene as; langs deze, voor de verschil lende afstanden verdeelde staaf beweegt zich een klos f, voorzien van een vizierkorrel gdoor middel van eene schroef wordt de klos aan de staaf vastgeklemd. Vuurt men niet, dan ligt deze langs de lade en wordt daar vastgehouden door eene stift k, grijpende in eene inlating h. Tot vuren willende overgaan, slaat men de staaf benedenwaarts neer en wordt die door eene veer l rechtstandig ge houden ten opzichte van den loop. Proeven, in 1879 te Sweaborg met deze vizierinrichting genomen, leverden zeer goede resultaten opde vizierlijn werd gemakkeijjk en spoedig gevonden, en het vizier was niet hinderlijk voor de hand grepen noch voor de lading of het bajonetschermen, terwijl op de grootste afstanden de terugstoot bijna niet merkbaar was, mits de kolf goed tegen den schouder werd geplaatst. In liggende houding en achter eene borstwering voldeed de in richting uitstekend, en dit is hare grootste waarde, daar de gevech ten tegenwoordig meestal bestaan in den aanval en de verdediging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 630