625 de communicatiewegen met de operatiebasis, een voldoenden voorraad aan te voeren. In het open veld is het echter moeilijker. Bij de bespreking der munitieaanvulling moeten drie punten in het oog worden gehouden 1°. Het getal per geweerdragende benoodigde patronen. 2°. De wijze van verdeeling en het vervoer der patronen. 3°. De aanvulling op het gevechtsterrein. De meeningen omtrent het eerste punt zijn nog vrij uiteenloopend, doch verschillende schrijvers achten 200 patronen per geweerdragende voldoende. Hiertegenover staat echter de werkelijkheid.' Zoo lezen wedat- in den laatsten oorlog tusschen Rusland en Turkije de Turken per hoofd op 570 patronen konden rekenen en in Plewna ieder man voorzien was van 100 patronen in de tasch, terwijl er 500 in eene patroonkist naast hem stonden. De moeilijkheid bestaat echter minder in het vaststellen van een of ander normaal getalals wel in de wijze van medevoeren van dit getal te velde. Met het oog op de reeds vrij zware bepakking van don soldaatzal het aantal patronendat ieder man moet medevoeren, de thans vastgestelde hoeveelheid niet ver overtreffen en zullen er dus zoodanige maatregelen moeten getroffen worden dat de aanvulling- geregeld plaats hebbe. In Rusland is voorgesteld om per man voor onmiddehjk gebruik te rekenen op 200 patronen, waarvan 105 ge dragen door den schutter, 70 in de caissons en 25 op de pakpaarden, zoodat men per compagnie 2 pakpaarden zou noodig hebbendaar elk paard 2000 patronen kan dragen. Die 25 patronen bevinden zich in een bandelier, die door den schutter over den schouder kan gedragen worden. De pakpaarden worden van de caissons gezonden naar cle in gevecht zijnde compaguiënwaartoe zij behoorenen op het terrein des gevechts wordt ieder manzonder dat deze zijne plaats behoeft te verlatenvan een der reserve-bandeliers voorzien terwijl die, waarvan de patronen opgebruikt zijnter aanvulling wordt afgegeven. Dit heeft het groote voordeeldat geene manschappen aan het gevecht worden onttrokken voor het transport van munitie. Daar de wetenschap, hoe de munitieaanvulling in de verschillende Europeesche legers plaats heeft, voor ons in lndië minder waarde heeft, omdat wij hier door den aard van het terrein en het daar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 632