proeven, die in 1877 en 1878 bij de Zwitsersche Artillerie met een gelijk- soortigen vuurmond en schokbuizen, model Krupp werden genomen. Op een terrein, ongunstig voor het gebruik van schokbuizen, schoot men een zeker aantal granaten, van deze buizen voorzien, op eene schijf op 1400 M. afstand, en een zelfde aantal granaten, maar van tijdbuizen voorzien, op eene tweede schijf op gelijken afstand van den vuurmond. Yoor het gemiddeld aantal treffers per schot verkreeg men toen respectievelijk de getallen 11 en 13, zoodat de granaten met tijdbuizen blijkbaar in het voor deel waren. Op een tweede terrein, maar nu gunstiger voor het gebruik van schok buizen, werden op dezelfde wijze op twee dergelijke schijven geschoten, en waren die getallen 34 en 21. De overwinning bleef dus aan den kant der schokbuizen. De onderstelling, dat de terreinen, waar in dè toekomst wellicht met deze projectielen in het werkdadige zal gevuurd worden, meerendeels gunstig zullen zijn voor het gebruik van schokbuizen, deed de Zwitsersche com missie besluiten, de schokbuizen aan te nemen; du moinspour le moment leest men in het tijdschrift, waaruit ik deze mededeelingen putte. Boven eiken twijfel schijnt men zicli dus niet te hebben weten te verheffen. Nu geloof ik aan de juistheid geen geweld te doen, wanneer ik beweer, dat onze Indische terreinen, de plaatsen waar onze bergartiljerie tegen den Inlandschen vijand heeft te ageeren, bijna altijd voor het gebruik van schokbuizen ongunstig zijn, en daar ik bovendien ook meer hecht aan het goed verzekerd zijn van het springen van den granaat dan aan een groot aantal treffers, zoo moet ik als mijne overtuiging uitspreken, dat ik voor onze nieuwe granaten boven eene schokbuis aan eene tijdbuis (bijv. die, bij de granaatkartets in gebruik, en waarschijnlijk wel zeer goed zal werken) de voorkeur geef. Alle moeilijkheden om ook weder eene nieuwe schokbuis voor het worpvuur, die aan alle eischen moet voldoen, te ontwerpen, zijn dan uit den weg geruimdterwijl de uitrusting, door het invoeren van ééne buis voor alle springprojectielen zeer vereenvoudigd zal worden. Ik geloof trouwens, dat het medevoeren van twee soorten van schokbuizen bij den granaat, één voor het schieten en één voor het werpen, wel op zeer vele bezwaren zal stuiten. Het bergaffuit wordt zijn groot gewicht, 164 KG., door den heer Boe fje als een bedenkelijk nadeel toegerekend. Het bedraagt 16 KG. meer dan het gewicht van het Zwitsersche affuit, 25 KG. meer dan dat van ons tegenwoordige bergaffuit. De Heer Boefje zegt verder, „dat dit verschil

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 63