637 Wanneer liet clan met zooveel moeilijkheden gepaard gaat, van een klein corps een zelfstandig corps te maken, zoodat de daartoe behooreu- de officieren alleen van hunne eigene formatie, als overal elders, afhingen, waarom dan de Paardenarts niet te gemoet gekomen door öf' ook voor hem den rang van 3° klasse af te schaffen, öf voor hem eene bevorde ring na een zeker aantal dienstjaren voor te schrijven of hem eene pe riodieke verhooging van traetement te geven? Alle officieren van Gezondheid genieten eene maandelijksclie toelage van ƒ50 voor het waarnemen van civiele diensten, ook op plaatsen, waar twee, drie civiele geneesheeren zijn. Een officier van Gezondheid is ook in sommige gevallen verplicht, de civiele dienst waar te nemen. Hoe is dit met den Paardenarts? Geene enkele bepaling ligt den Paar denarts den plicht op, civiele diensten te verrichten. Het wordt hem een voudig opgedragen, [force majeure] omdat zijn chef, de Kolonel der Ge neeskundige dienst, aan het hoofd der militaire en civiele Geneeskundige dienst staat. Wanneer zich nu het geval voordoet, dat de officieren van de Genees kundige dienst voor het waarnemen van civiele diensten in 't genot wor den gesteld van boven genoemde toelage, mag dan ook de Paardenarts geene aanspraak maken op die toelage, wanneer hij met civiele diensten belast wordt? Of behoort de Paardenarts in dit geval weêr niet tot de Geneeskundige dienst? Zou het in 't belang van liet Gouvernement zijn, wanneer do Paar denarts volgens de th ans bestaande bepalingen bleef voortgaan, den lan de te dienen? Sedert de wet van 1874 op de veeartsenijkunde wordt het gebrek aan veeartsen van dag tot dag grooter en ziet de veearts zijne positie dage lijks verbeteren. Zal zich dan niet spoedig het geval voordoen,, dat de Paardenarts, eenmaal zijne vijf jaren in Indië doorgebracht hebbende, zoo spoedig mogelijk de militaire dienst zal verlaten en voor hem eene over al te vinden betere positie gaan zoeken Zal het denkbeeld, dat hij bij zich draagt, achteruitges teld te worden bij andere officierengeen slechten invloed hebben op de behandeling der zieke paarden gedurende zijn verplicht vijfjarig verband? En heeft het Gouvernement in den laatsten tijd van de veepest op Java niet geleerd, dat het hoog noodig is, over eene goed georganiseerde Veéavtsenijkuncligë dienstzoowel civiel als militair, te kunnen beschikken Wat verder nog betreft het aanstellen van een hoofdofficier van de Veterinaire dienst, zij het volgende aangeteekend, Thans dirigeert de of-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 644