638 ficier van Gezondheid, maar hoe? Met genoegen zeker niet, want telkens moet hij den Paardenarts (zijn mindere) doen blijken, dat hij niet op de hoogte is van de Yeeartsenijkundige dienst. Daardoor wordt ieder Paar denarts een kleine chef op zicli zeiven. Alles toch wordt aan hem over gelaten en de officier van Gezondheid teekent en stelt zich verantwoordelijk zonder kennis van zaken, zonder te kunnen beoordeelen of door den Paardenarts al dan niet goed isgehandeld. Is zoodanige toestand gewettigd? Ware het dan niet beter, ook een Chef van de T eterinaire dienst te hebben, die uit eigen ondervinding de belangen van deze dienst kan voorstaan En is men bang, dat de Majoor, Dirigeerende Paardenarts, dan te weinig te doen heeft, laat hem dan ook, even als de verschillende Dirigeerende officieren van Gezond heid, clief van de civiele Yeeartsenijkundige dienst zijn, zoolang daarover nog geen chef gesteld is, de behoefte aan dien chef zoo dringend gevoeld wordt en de militaire en civiele Geneeskundige dienst nog onder' één hoofd staan. Een Paardenarts van het Indische leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 645