55
Magazijnmeester der Genie 500 a f 620
Adj. ond. off.j v Artillerie f 500
Kwartiermeester480
De Adjudant-onderofficier, kwartiermeester krijgt dus even veel pensioen
als ieder ander graadgenoot, die nooit in eenige comptabele positie is
geweest. "Waarom? Zijn ze over het hoofd gezien bij het concepieeren
van het gagementsreglement Zoo ja, dan moet de fout zoo spoedig
mogelijk worden hersteld. Ook de geweermakers werden daarin eerst
over het hoofd gezien, zoo het scheenmaar men vergat hen later niet,
blijkens de A. O. N° 109 van 1876.
Maar er is meer. De Adjudanten-onderofficier, magazijnmeesters wor
den op hunne beurt tot 2en Luitenant voorgedragen. Zij hebben dus
ook in dit opzicht voorrechten boven de Adjudanten-onderofficier, kwar
tiermeesters.
Voorrechten zijn billijk, wanneer daaraan grootere plichten zijn ver
bonden. Meer arbeid en grootere verantwoordelijkheid worden dan door
hoogere bezoldiging vergoed. Doch is daarvan hier wel sprake?
Adjudanten-onderofficier, kwartiermeesters vervullen vaak betrekkingen,
op groot vertrouwen gebaseerd. Niemand kan dien rang behalen, zonder
daarvoor eerst aan de vereischten van een betrekkelijk niet gemakkelijk
examen te hebben voldaan (zie A. O. N° 100 van 1876). Voor Maga
zijnmeester der Artillerie wordt geen examen gevorderd, en een Adju
dant-onderofficier, magazijnmeester wordt zonder examen officier-maga
zijnmeester.
De Adjudanten-onderofficier, kwartiermeesters genieten dus van hunne
comptabele evenknieën de minste voordeelen. Zij hebben, bij hen verge
leken, de geringste vooruitzichten op lotsverbetering.
Moge meer gelijkheid in deze betracht worden, en de Hoofdintendant
der Militaire Admiuistratie op de rechten en belangen dezer dienaren letten.
Maatregelen tot vermeerdering der theoretische en
practische geoefendheid hij de Infanterie.
Bij Algemeene order N° 109 van 1871 werden door het Departement
van Oorlog aan het officierscorps bij het Indische leger de navolgende
vragen gesteld:
I. Hoe is de dienst in groote garnizoenen te regelen, opdat zonder na-