74 tevens voldoet aan de eisclien voor de verdediging van den archipel [of Java alleenom geene hooge eischen te stellen] tegen een buitenlandschen vijand. Al heeft de ondervinding bewezen, welk nut de gouvernements stoomschepen, mits van eenig militair personeel der zeemacht voorzien, als strijders tegen een Inlandschen vijand kunnen bewijzen, zoodat men er daarom op uit isde bewapening dier schepen zoo veel mogelijk die der militaire marine te doen nabijkomen, zoo kan deze marine bij die verdediging niet als oorlogsmarine in directen zin optreden. Wie de taak der geheele Indische marine wenscht te kennen, lette op hare diensten. Deze zijn [poezie en illusie buiten beschouwing latende]: 1. Politiediensten. Zorg voor de openbare veiligheid op de zee binnen ons gebied. Bescherming van de bewoners der kusten onzer bezittingen tegen zeeroovers. 2. Politieke diensten. Herinnering aan het Nederlandsch gezag doör ver toon der vlag. Bezoeken aan, ontvangst en vervoer van Inlandsche grooten. 3. Paketdiensten. Vervoer van personen, goederen, gelden, brieven; overbrengen van bevelen, inwinnen van berichten. 4. Bijzondere diensten. Vermeerdering van kennis der vaarwaters. Hulp in nood. 5. Oorlogsdiensten. Gevechten tegen zeerooversblokkadesexpedition. Verdediging der kolonie tegen een buitenlandschen vijand. Dat voor al die diensten de tegenwoordige Indische marine voldoende is wordt door vele feiten gelogenstraft. Dat zij- voor oorlogsdiensten zelfs bij expedition van eenigen omvang bepaald onvoldoende was, heeft de onder vinding van 1873, trots het zwakke pleidooi van den Heer E. De Waal voor het tegendeel, te duidelijk bewezen. De Minister van Marine Brocx heeft het bovendien schitterend erkendTegenover de Staten-GeneraalDat zij Indië, laten we slechts Java nemen, behoorlijk tegen een buitenland schen vijand kan verdedigen, zal op dit oogenblik geen marineofficier beweren. Waar zijn de krachtige elementen tot hulp van zoodanige verde diging? Niet alleen goed materieel en goed personeel, maar ook nog iets anders is daarvoor noodig. En datgene behoort ook in een werk over Indische finantiën besproken te worden. Wat goede oorlogshavens zijn en waar zij moeten wezen, maar boven alles wat zij kostenis op dit oogenblik althans voor de Indische marine evenmin bijzaak. Niet alleen oorlogshavens en refugehavensmaar zelfs goede reparatiehavens, zoo als Singapore ook voor de Indische marine is geworden. Wat zal de toekomst zijn van Tjilatjap, Soerabaja en Tandjong Prioq voor de Indische marine? Die Indische marine kan even goed worden als de Hollandsche. Waar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 85