82
teeren Daarvoor bestaat eene zeer gezonde reden. Hef die cursus-
opleiding op, en men krijgt minder kader. Minder kader geeft min
der stof voor kaderminder vrijwilligers. "Wat doet nu de Minister
van Koloniën? Op de eene pagina weeklagen over 50 °/0 vreemdelingen
bij het Europeesch element van het Indische leger, en op eene voorgaan
de pagina met driestheid verkondigen, dat hij met een houweel zal
beuken op een der fondamenten om meer Hollanders echte, geene
Indo-Hollanders in de gelederen van het Indische leger te krijgen
Waartoe de niet aanwezigheid van deskundig personeel bij de behar
tiging der hoogste legerbelangen leiden kan
Wij hebben tot dusver nog gezwegen over hot merkwaardige feit, dat men
in een leger van 35000 man met 1800 officieren, zóó ver verwijderd van het
moederland, langzamerhand de eene militaire instelling voor, de andere na,
laat verdwijnen of op kleiner voet brengen en de verbeteringen aan de nog be
staande of de oprichting van nieuwe op de lange baan schuift door het uitvin
den van allerlei onmogelijke verhanden met instellingen van het Ilollandsche
leger! De Indische Stafschool verdween. De Indische Krijgsschool moest
de Ilollandsche wezengelijfstaffierd door één Indischen Kapitein van den Ge-
neralen staf opzicht. De Artillerieschool bereidt zich op verdwijning, de
Militaire school op aanmerkelijke reductie voor. De gevraagde, zoo hoog
noodige, Normaal Schietschool voor de Infanterie kon niet komen, wegens
gebrek aan fondsen! "Waarom zijn er dan fondsen voor eene Hollandsche in
richting van dien aard? Het Indisch leger is een bij de "Wet erkend leger. Het
is boven alles een strijdvaardig leger, sterker dan het Ilollandsche militiele-
ger van vrede. Waarom is er dan van ongelijke behandeling sprake?
Of komt het er voor Indiê niet zoo nauw op aan Do Kaderschool der
Infanterie wordt in de nog altijd uitblijvende definitieve regeling van het
Indisch militair onderwijs begrepen, en dezeletwel„zal verhand
moeten houden met de onlangs in Nederland tot stand gekomen nieuwe
(de hoeveelste?) regeling van het militair onderwijs". De in het vorig
verslag gedane belofte, dat alléén „bij onvoldoende opkomst in Nederland
van aspirant-cadetten voor de Indische dienst, jaarlijks ook in Indië de
gelegenheid" zal gegeven worden om admissie-examen voor de Koninklijke
Militaire Academie af te leggen", is nu in het hier aangekondigde
verslag zóódanig gewijzigd, „dat de voor de in Indië verblijf houdende
jongelieden de gelegenheid zou worden opengesteld om door het afleggen
van een examen alhier te dingen naar de plaatsen, die voor de Infanterie
(alléén voor de Infanterie!) van het Indische leger bij genoemde inrichting
van onderwijs bestemd zijn, maar niet door jongelieden uit Nederland