87 - fanterie. Evenmin of het Indisch Crimineel Wetboek en Reglement van krijgstucht spoedig gewijzigd zullen worden. Uit de gepubliceerde statistiek blijkt, dat het aantal gecondemneerde en gedegradeerde militairen in 1879 minder dan in 1878 bedroeg. Daar entegen nam in eerstgenoemd jaar de bevolking der stro/detachementen toe. Waarschijnlijk zegt het verslag is deze toeneming een gevolg van de jurisprudentie van het H. M. Gomtrent art. 95 C. W. Met die jurisprudentie kon zich, blijkens het verslag, de Indische regeering niet vereenigen. Naar onze meening ten rechte. Moge meeningsverschil niet meer mogelijk zijn bij het voor Indië in toepassing brengen der bij Ne- derlandsch Staatsblad N° 191-191 van 1879 gepubliceerde wetten. Mo ge dan tevens het Koninklijk besluit van 2 November 1873, N° 26 (In disch Staatsblad N° 28 van 1874) in de toepassing geene aanleiding meer geven tot moeilijkheden. Over de jurisprudentie in zake art. 95 C. W. nog een enkel woord. Indien wij deze veroordeelen, doen wij dat van het standpunt van den militairvan den officier. „Eerbied voor de Wet' was de plechtige gelofte, die hij met zijn eed bezegelde, toen hij waardig werd gekeurd, in het officierscorps te worden opgenomen. Eerbied voor de Wet beloofde hij, ook al was die wet slecht, al was zij moeilijk toe te passen, omdat zij volgens de hedendaagsche begrippen te streng is. Of dit van artikel 95 gezegd mag worden, betwijfelen wij. Maar aangenomen, dat dit zoo is, lag het dan op den weg van het Opperbestuur, de door het Hoog Militair Gerechtshof gehuldigde toepassing der op dienstweigering ge stelde straffen als eene voor de krijgstucht nadeelige interventie te bekrachti gen Kan men niet van zoodanige interventie met Dalloz zeggen, dat zij is la condemnation des lois, puisqidelle a pour objetde corriger ce quHly ad' exces- sif dans la sévéritê de ces dernières et qiCelle prouve que la legislation n est plus en rapport avec Vétat des moeurs? En moet men dan met Beccaria niet instemmen, dat zoodanige interventie devrait être bannie d'une legislation parfaite oü les peines seraient modêrêes oü les jugements se rendraient promptement et selon les regiesvéritê dure en apparencepour ceux qui vivent sous le désordre d'une jurisprudence criminelle ou Vabsurditê des lois et la rigueur des supplices nécessitent les graces et le pardon? Welnu, of de wet is goed of zij is het niet. Is zij goeden had het Hoog Militair Gerechtshof gelijk, dan was art. 95 voor de Regeering en hare verschillende adviseurs, en niet het minst voor het leger, zeer onduidelijk. Ergo wets interpretatie of wetsexplicatie. Is zij niet goeden was dus de jurisprudentie van het Hoog Militair Gerechtshof te veroordeelen, dan had de wet gewijzigd moeten worden. Noch het een, noch het ander is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 98