88 geschied, maai' daarvoor eeu schipperend procédé genomen, dat afbreuk heeft gedaan aan het goed recht van en aan den eerbied voor de Wet. Wij eindigen onze beschouwingen over het leger, om ten slotte de hulp troepen te bespreken. Daarvan ditmaal slechts de pradjoerits enbarisan. De eerste, van welke volgens de legerformatie van 1853 eenige bataljons met 100 officieren Inlandersopgericht moesten worden, zullen eerlang tot de geschiedenis gaan behooren om plaats te maken voor hereden en onbere den politieagenten. Een uitmuntend denkbeeld der Indische Regeering, dat spoedig verwezenlijkt moge worden. De conceptie van den Gouverneur- Generaal Van den Bosch heeft toch, dadelijk na 1831, bewezen een failure te zijn. Van zijne instelling der ,,Inlandsche barissans" (zie Van DeventerLandelijk stelsel, II) zal dan alléén de barisan van Madoera overgebleven zijn. Maar ook deze instelling is afgeleefd. Op den tegen- woordigen voet blijvende de legerformatie van 1853 eischt er twee bataljons van is zij alleen bestaanbaar bij het bestaan van het Inlandsch zelfbestuur in Bangkalang en Soemanapmaar heeft hare militaire waarde' goed beschouwd, weinig te beteekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 99