156
Bewaring van buskruit.
De hoeveelheden buskruit, die in Nederlandsch-Indië hij de jaarlijksche
keeringen in de verschillende magazijnen door de daarmede belaste offi
cieren worden afgekeurd, zijn aanzienlijk. Behalve het buskruit, dat uit
Nederland aangevoerd wordt, hebben nog twee molens in Indië zelf steeds
werk om te voorzien in de vele aanvragen om nieuw kruit. En toch
zijn de eischen, waaraan het in Indië te keeren buskruit moet voldoen,
niet streng gesteld. Men vergelijke de hij Artillerie Order N° 28 van 1873
toegestane tolerantiën met de keuring, waaraan het nieuw vervaardigde
buskruit in Nederland zelf wordt onderworpen (zie o. a. Handleiding tot
de kennis der Artillerie voor de cadetten van dat wapen, door C. L.
Van Pesch, Hoofdstuk II, buskruit). Do mindere duurzaamheid van het
in Indië opbewaarde buskruit zal wel geweten moeten worden aan de
groote hoeveelheid waterdamp, waarmede de Indische dampkring steeds
bezwangerd is gepaard aan de aanmerkelijke daling der temperatuur
des nachtsaan het veelvuldige vervoer over zeeaan het verspreid liggen
in niet altijd even droge of even goed geventileerde magazijnen.
Voor zoover ik weet, en tot mijne bevreemding, is bij onze Indische
Artillerie nog niets beproefd of ondernomen in navolging van de vele
proeven, in het buitenland genomen, om de opberging van het buskruit
in houten tonnen, zoovele jaren overal gebruikelijkte vervangen door
eene in hermetisch gesloten vaten; te meer verwondert mij dit, dewijl
in het moederland zelf reeds geruimen tijd voor vochtige magazijnen
buskruitkistenvan blikken bussen voorzienworden aangemaakt. De
aanleiding tot deze proefnemingen moet gezocht worden in de nieuwe
bergplaatsen van het kruit in de verschillende nieuw gebouwde forten
die, wijl de vijand tegenwoordig in korten tijd er voor verwacht kan
wordensteeds bijna volledig bewapend en uitgerust moeten zijnen
waar derhalve buskruit en munitiën, reeds in vredestijd in bomvrije ma
gazijnen ingegraven of in de omwallingen gebouwd, moeten worden op
gelegd. Het zoo vocht aantrekkende kruit zijne vroegere bergplaatsen,
luchtig boven den grond gebouwd en van alle mogelijke ventilatie voorzien,
met zoo veel vochtiger magazijnen verwisselende, zoo moest men wel
naar nieuwe middelen uitzien om de duurzaamheid er van te verzekeren.
Is in Nederland niet uitdrukkelijk voorgeschreven, dat in de warme zomer
maanden, April tot October, de buskruitmagazijnen niet dan bij hooge noodzakelijk
heid mogen geopend worden?