164 opgegeven modellen voldoen en dan toch aangenomen moeten worden; dat bestelling in Indië zelf vele moeilijkheden uit den weg zoude ruimen, [men denke aan de jaarlijksche, zeer approximatieve begrooting en aan de suppletoire eischen] en wellicht voor vele artikelen minder kostbaar zoude zijn; dat zal niemand, op de hoogte van de eisclienkunnen betwisten. Ik rangschik deze zaken dan ook onder die, welke de schrijver van „De materieele eischen uit Europa voor het Indische leger in de llc afle vering van den vorigen jaargang van dit tijdschrift, in plaats van in Nederlandin Indië wenscht aangeschaft te zien [zie bladz. 483 en 484 zijner zoo juiste beschouwingen]. Behalve met eenige voorschriften omtrent het onderhoud en het keuren der gereedschappen, wordt het hoofdstuk besloten met eene „Uitrusting aan gereedschappen voor de groote artillerie-ateliers op Java en te Padang alsmede voor die, waarbij één smid en één timmerman zijn ingedeeld. En waarmede houdt zich de Commissie van den Inventaris thans be zig? Waarschijnlijk met hoofdstuk XIY, materialen. Voorzeker een belangrijke arbeid. Behalve de ruwe grondstoffen, moet het ook alle geconfectioneerde benoodigdheden tot ambachten bevatten. Maar zal dit voorschrift niet in vele opzichten eene doode letter worden en blijven, zoolang de strenge eischen, die de Artillerie noodzakelijk aan hare mate rialen moet stellen, door keuringscommissiën in het moederland zoo vaak worden over het hoofd gezien Dat verandering ten goede in deze de uitgave van het nieuwe hoofdstuk, waarnaar de Indische artilleristen zoo verlangend uitzien, moge voorafgaan, mag aan het slot dezer aan kondiging een billijke wensch heeten. De beteekenis en (1e geschiedenis onzer grondwettige voorschriften aangaande de landsverdediging, zoowel met betrekking tot Nederland als tot zijne overzeesche bezittin gen, door den gep. Generaal-Majoor A. IV. P. Weitzel. 's Gravenhage. De Gebroeders Van Cleef, 1880. (Prijs voor Indië f 2.) „Alweder eene brochure van den Generaal Weitzelwas onze uitroep, toen wij eenigen tijd geleden „De beteekenis en de geschiedenis onzer grondwettige voorschriften aangaande de landsverdediging" ontvingen. Niet, dat wij, wat van schrijvers hand komt, zonder belangstelling lezen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 175