"V -A. IR I Dekkingen te velde voor de Artillerie. De uitrustingstaat voor de bergbatterijen van bet Indische leger telt onder de rubriek Gereedschappen tot den batterij bouw 7 vierkante schop pen en 7 pikhouweelen Ik aarzel niet, deze getallen geheel onvol doende te noemen 011 stel hierin tot navolgenswaardig voorbeeld do uitrusting der veld- en rijdende batterijen van het leger in Nederland die per sectie 7 schoppen, 5 spaden, 3 bijlen en 3 pikhouweelen medevoeren. Ik veroorloof mij op dit groote verschil te wijzen, in de hoopdat bij de uitrusting onzer toekomstige stalen vuurmonden in deze groote leemte zal worden voorzien. Eigenlijk ware uitbreiding van het aantal der genoemde gereedschappen bij de bestaande batterijen nu reeds wenschelijk te achten. Door het ontbreken toch van een toereikend aantal gereedschappen van bovenbedoelde soort worden de 100 102 (cle vuurmonden door kunstmatige middelen dekken) van de tweede afdeeling der Batterijschool eeno doode letter. Immers, wanneer men die gereedschappen niet met de batterij medevoert, zoo zal men in Indië nog meer dan in Europa kunnen zien gebeuren, wat de Majoor van den Generalen staf Eland in de laatste uitgave zijner „Veldversterkingskunst" schrijftnamelijk, „dat de ondervinding in den oorlog geleerd heeftdat zelden goed gereedschap op den weg van requisitie verkregen wordtzoodat men verstandig doet, dit hij alle berekeningen geheel buiten beschouwing te laten"; en „dat vluchtige verschansingen in den regel opgeworpen moeten worden door de troepen, welke ze als dekkingen zullen bezigen, en dat op hulp der technische troepen daarbij niet gerekend mag worden." Volledigerhoewel nog onvoldoende, is in dit opzicht de uitrusting der veldbat- tenjcn, alwaar 16 schoppen, 8 pikhouweelen en 8 bjjlen tot veldgebruik aanwezig zijn. Met de verspreiding dezer gereedschappen over do verschillende liniën der bat terij kan ik mij echter in het geheel niet vereenigen. Kennelijk dragen zij nu het karakter, te dienen voor het geval, dat er zich hindernissen van hijzonderen aard mochten voordoen op den weg der voertuigen, waarop zij bevestigd zijn; m. i. behoo- len zij echter in de onmiddelijke nabijheid der stukken zeiven te zijn en te blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 266