508 om de promotie bij eenig wapen in evenwicht te houden met die van andere wapensmaar indien dit de reden is, dan bestaat er te eeniger tijd nog kans, dat men de promotie der militaire Apothekers, der Infanterie, Artillerie of Cavalerie tot grondslag nemende, den termijn van acht op twaalf of dertien jaren brengt. Een officier, die door zijne chefs beoordeeld wordt, bevordering te verdienen, wordt door den Legercommandant, zonder dat Z. E. iets anders ten nadeele van de geschiktheid van dien persoon be hoeft te kunnen aanvoeren dan dat hij nog geene tivee of acht jaren in den vorigen rang heeft gediend, bevordering ontzegd voor 1™ Luitenant of Kapitein en-de Gouverneur-Generaal vult do vacature niet aan. De termijn van acht jaren is overgenomen uit de Nederlandsche Wet van den 28eu Augustus 1851 (Nederlaridsch Staatsblad No. 128), waarin bovendien termijnen worden vastgesteld voor de bevordering tot den rang van Majoor en de volgende hoofdofficiersrangen, maar komt niet voor in het Koninklijk Besluit, regelende de bevordering der officieren, behoorende tot de landmacht in Nederlandsch-Indiè terwijl bij de vaststelling van het laatste besluit toch de Wet voor de bevordering voor de officieren van het Nederlandsche leger tot grondslag werd genomen. Onzes inziens blijkt uit deze omstandigheid duidelijk, dat de Indi sche wetgever den termijn voor gewone bevordering voor het Indi sche leger niet wenscht toegepast te zien, en dit te meer, daar men de termijnen voor buitengewone bevordering wel in het Koninklijk Besluit heeft opgenomen. Volgens onze meening bestaan er, naar aanleiding van het voor gaande, termen om gebruik te maken van artikel 53 der slotbepalin gen, waarbij aan officieren, dienende of gediend hebbende bij de landmacht in Nederlandsch-Indiëvergunning wordt verleend, hunne bezwaren in te brengen over het niet of niet behoorlijk toepassen op hen in Nederlandsch-lndië van de voorschriften op de bevorde ring, bij bovengenoemd Koninklijk Besluit vastgesteld en afgekondigd. Wij wenschen deze meening te onderwerpen aan het gevoelen onzer kameraden. L.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 515