- 94
en 1 dM. breed zijn. Deze worden vereenigd door een plankje d, lang'
0,55 M., breed 1 dM. In het midden der schijf a en van het plankje
d worden gaten p geboord van 0,03 M. middellijn. Op de schijf a
zijn twee blokjes g en h aangebracht, waarin zich gaten bevinden, welke
met de gaten e en dienen om de schijf te plaatsen. Verder zijn aan do
schijf a nog aangebracht vier rolletjes l en een hefboom m, lang 0,75 M.
Vóór den kogelvanger ffig. 2] wordt een rond gat in den grond ge
maakt, diep 0,35 M., dat den beschreven toestel geheel kan opnemen en
dus eene middellijn van ruim 0,6 M. moet hebben. Hierin plaatst men
een houten bodem en in het midden daarvan een houten as u, die 0,03
M. dik is en waarvan de bovenkant gelijk komt met den beganen grond.
Daarna wordt de geul vivxijz gegraven, die bij w x ij 0,3 M. diep is, doch
naar de zijde van den observatiepost ondieper wordt, tot dat die achter
de schouderwering gelijk komt met den beganen grond. In de punten
o en q plaatst men houten pennen [fig. 3] op 0,8 M. afstand van de as u.
De draaitoestel wordt nu in het ronde gat geplaatst; de as u steekt
dan door de gaten p. Aan den hefboom wordt een touw rs bevestigd
en de uiteinden hiervan, die tot in den waarnemingspost reiken, door de
openingen in de pennen o en gestoken.
Vereischten zijn, dat de draaitoestel stevig is en dat de as goed ver
ticaal staat en met zeer weinig speling in de gaten p past.
De driemansschijf wordt eenigszins gewijzigd, zooals fig. 4 dit aangeeft.
Bij de vijfmansschijf worden alleen de driemansschijf in den toestel en de
buitenschijven in den grond geplaatst.
In den waarnemingspost bevindt zich, behalve den waarnemer en den
man, die de schijf moet plakken, nog een nihn, die de uiteinden van het
touw r s in de handen heeft. Wil nu de waarnemer te voorschijn komen,
hetzij er een schot op de baan gevallen is of niet, dan zegt hij Trek.
Do man, die daarmede belast is, trekt nu aan het uiteinde r. Hierdoor
draait de toestel, en dus ook de schijf, een kwart cirkel om de as. De
schijf vertoont zich nu aan den schutter als een smalle verticale streep.
De waarnemer wacht een oogenblik, begeeft zich voor de schijf en roept
weer: Trek. De man trekt nu aan het uiteinde s, waardoor de schijf
weer in zijn oorspronkelijken stand komt. Na de gewone werkzaamheden
keert hij weêr achter de schouderwering terug.
Een en ander gaat zeer spoedig; de wenteling van de schijf geschiedt
plotseling en wanneer de touwen goed worden aangetrokkenstaat de
schijf onmiddelijk goed. De tijd der oefening wordt er niet door verlengd,
terwijl men den waarnemer doorloopend kan controleeren. De kosten van