102 Wat Atjeh niet verslindt, bewaakt de cordons voor de veepest en ver liest daar zijne militaire waarde. Cavalerie bestaat op papier; bet leekenclc- ment acht dan ook bereden politie nuttiger. Vóór den oorlog telde men veldbataljons van 700 man; ten einde depótbataljons te hebben, die niet aan hun doel beantwoorden, kreeg men veldbataljons van 500 man. Maar behalve dat was, terwijl het bezette grondgebied in Indië in al die jaren grooter werd, aanhoudende vermindering van het bezettings leger het wachtwoord. Gedurende al die jaren was gebrek aan goede officieren een chronisch verschijnsel, maar deed het leekenelement niets dan al de voorstellen om Indië goede instellingen van militair onderwijs te geven, door het opperen van allerlei bedenkingen schipbreuk te doen lijden. Dat en nog zoo veel meer is door het leekenelement gedaanEn wanneer wederom een oorlog van eenigc beteckenis zal worden gevoerd, zal men wellicht wederom commissiën van enquête benoemen om den volke te verkondigen, dat het leger zeer goed georganiseerd was, maar dat het alleen aan de aanvoering lagWij hebben roods genoeg monumenten van onwaarheid gezien om voor zulke dossiers eenigen eerbied te koesteren. Het einde van de polemiek is nog niet daar. Wij vragen nogmaals: wat hebben wij 11a. 1873 gekregen? In welk opzicht is het leger beter geworden Nog altijd worden de voorstellen van den Legercommandant door het leekenelement in Indië en te 's Hage beoordeeld. Hier, zegt de geachte schrijver, is het een oud-luitenant der Cavalerie, die bij dat element voor militaire specialiteit doorgaat; ginds is het een oud-luitenant der Genie, referendaris, beiden toevallig in 1866 tot officier benoemd, de eerste sedert 1869, de tweede sedert 1875 uit de gelederen getreden. Wij derhalve wenschen het Indische leger betere, onder vindingrijker, adviseurs of specialiteiten toe. Aan dat liefhebberen van leeken moet een einde komenen wij noodigen da? rom de officieren van dit leger uit, goed uit te zien naar den kant, van waar onze vijand komt. Toonen wij hem met vereenigde krachten onze kennis, dan is hij nooit te vreezen niet alleen, maar zullen wij eindelijk erlangen, wat wij hebben moeteneen militair bureau aan het Ministerie van Koloniën, alléén samengesteld uit actief die nende officieren van het Indische leger. Dat bureau zal den Indischen Legercommandant op het voetstuk plaatsen, waarop hij behoort en het liefhebberen in militaire aangelegenheden van de Algemeene Secretarie neutraliseeren. Gaan we daarentegen voort, tegenover den civielen ambtenaar chapoan bas te spelen, hem altijd als onzen meerdere te beschouwen, tegenover hem onze opinie niet te zeggen en in .eene positie geplaatst zijndewaarin

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 109