104
andere rol vervulde dan die van schout en zijne ondergeschikten die van
gewone politieagentendaarin zag niemand iets. We hebben eens eene
instructie gelezen, die aan den commandeerenden officier van zoodanige
patrouille gegeven werd en waarin een merkwaardig artikel vermeldde,
dat hij zich moest beschouwen als te zijn onder de bevelen gesteld van
den controleur, die de patrouille vergezelde! Zouden zich zulke mon
struositeiten in Rusland voordoen? Wat moet men van een gewestelijk-
militairen commandant denken, die zulke instruction maakt of dat soldaatje
spelen van deu Resident en zijne ondergeschikte ambtenaren toelaat?
Maar wat van een militairen commandant te denken, die aan het hoofd
a an gewestelijk bestuur vraagtwelke do strategische punten in zijn ge-
west zijn.'' Zou men door deze voorbeelden niet er toe besluiten, te denken,
dat de officieren het vaak aan hunne eigene handelingen te wijten hebben,
wanneer het civiel bestuur tegenover het leger en zijne vertegenwoordigers
aanmatigend wordt Het laatste bewijs hiervan is zeker wel de bepaling
in artikel 268 van het reglement tot regeling van het rechtswezen in
Atjeh, aldus luidende: „Zoo wel de assistent-residenten als de magistraten
(controleurs) zijn bevoegd, om tot handhaving der policie den bijstand
te vorderen van de gewapende macht." Had de Regeering, alvorens dat
icglement bij Staatsblad af te kondigen, het in handen van den Leger
commandant gesteld, dan zoude zij vernomen hebben, dat die bepaling
in strijd is met de Instructie voor de militaire commandanten buiten
Java en Madoera. Dat die bepaling gewijzigd zal worden, achten wij
hoogst twijfelachtig; maar indien door die bepaling in Atjeh botsingen
komen tusschen de militaire en civiele autoriteiten, dan zal eene spits-
ondigc bureaucratische interpretatie niet nalatenhaar in het gewenschte
verband met de daarmede in strijd zijnde bepaling te brengen vergissingen
der Regeering zijn niet mogelijk
Menig Legercommandant heeft het laatste ondervonden in den strijd,
dien hij voor het belang van het leger met de Regeering heett gevoerd.
laag het den Generaal Van Swietenvraag het den Generaal Schimpf
die zijne hooge positie in het belang van het leger opofferde, maar door
den Koning niet gedesavoueerd werd. De Generaals AndresenKroeseu
en Whitton behooren niet meer tot de levenden, maar ook zij hebben vaak
al hunne geestkracht en zelfverloochening ten toon moeten spreiden om
niet moedeloos te worden en hunne betrekking spoediger neder te leggen
dan zij hebben gedaan. En de Generaal De Neve Ook hij heeft onder
den Gouverneur-Generaal Van Lansberge moeilijke oogenblikken door
leefd en zeker meer dan eens getoonddat hij de plichten des militairs