109
"Volgens beroemde krijgskundigen is er geen oorlog moeilijker tot een
goed einde te brengen dan een guerillaoorlog. Daarvoor worden bijzon
dere talenten gevorderd; men denke slechts aan den Generaal Hoche in
de Vendée. Niet ieder kundig, wetenschappelijk gevormd Generaal of
hoofdofficier bezit die eigenschappen. Men moet dus steeds omzichtig
zijn in de keuze van zoodanig officier. Maar zoo lang aan dien krijg
geen einde is gemaakt, behoort die officier zijne handen ruimer te heb
ben dan thans in Atjeli het geval is. De civiele autoriteit, die daar
thans boven de militaire is geplaatst, zal zich natuurlijk den tegenwoor-
digen toestand van Atjeli anders voorstellen dan wij dat doen. De
vijanden zijn geene vijanden meer, omdat het gewest niet meer in oor
logstoestand verkeert. Het opvatten der maraudeurs of kwaadwilligen
behoort voortaan tot de taak der politie (agenten of pradjoerits). De
Minister van Koloniën heeft in de Volksvertegenwoordiging gezegd, dat
voor die taak de politie geschikter is dan de gewapende macht met hare
patrouilles. Waarom? Wij hebben altijd gedacht, dat goede politie liefst
gerecruteerd wordt uit oud-militairen. Wanneer nu de patrouilles der
gewapende macht niet in staat zijn, onze voormalige vijanden, die
kleine benden guerilla's, in handen te krijgen of neer te schieten, zou
den de gewapende politiedienaren dan wel in staat zijn, benden kwaad
willigen en maraudeurs gevangen te nemen? Wij zullen de latere ge
beurtenissen afwachten. Ieder onzer kent den treurigen afloop van vele
patrouillesdie in Atjeli in 's vijands land marcheerden. Hoe zal de
politie daar toezicht houden, d. i. marcheerenHoe zal zij boven alles
geivapend zijn? Met achterlaad- of tromplaadgewerenWij hopen met
het laatste. Waar een Atjeher voor een Beaumont- geweer grif weg
52 a 54 dollars geeft, is het niet benijdenswaardig, in Atjeli politieagent
of pradjoerit te zijn, bewapend met dat geweer. Het aantal rooversdie
langs de wegen in hinderlaag liggen om onze transporten en kleine
detachementen militairen of politieagenten aan te vallen, zal toenemen
en de veiligheid nog eenige jaren te wenschen overlaten. Maar ook dit
kunnen wij te zwaarmoedig inzien. Moge de toekomst onze voorspel
lingen ook hierin van geene waarde verklaren!
De tegenwoordige toestand in Atjeli eischt een omzichtig beleid. Wie
meent dat het land, voor zoo verre dit door onze troepen sedert 1874
afgepatrouilleerd is, in onderwerping is gekomenvergist zich. Die onder
werping zal nog lang op zich laten wachten. De onverzoenlijke hoofden
des vijands leven nog en geven den moed niet op. Zij zullen don tegen
stand voortzetten. De volkswapening, zal voortduren. Menschen, dienietq