alweder niets toe; het feit bestaat en in eeii land als Indie moet eene bedachtzame Regeering daarmede rekening houden. Maakte zij uit over wegingen van staatsbelang aan het militair bestuur in Atjeh een einde ieder zou die beslissing opgenomen hebben, gelijk het een gehoorzaam landsdienaar betaamt, ware de pers niet te voorschijn gekomen met ont hullingen te doen over de alpha en omega van die bestuursverandering, welke den onpartijdigen toeschouwer van het gebeurde niet doen aarzelen, liet odium op de ontknooping daarvan te werpen. De man, die onder den indruk daarvan als civiel Gouverneur van Atjeli en mderhoorigheden optreedt, moet vooral met tact tegenover het leger in zijn gewest optreden. Hij moet do geschokte gemoederen bevredigen. Hij moet vooral de égards tegenover dat leger niet uit het oog verliezen, hetwelk ten koste van het bloed van duizenden zijn gewest bemachtigd heeft. Hij moet dat leger in zijn hoogsten chef respecteeren, wil hij aanspraak maken op de ware hulp en samenwerking der militaire au toriteiten. Is de tegenwoordige Gouverneur die man? Wil de Heer Pruijs van der Hoeven zijne positie sterk maken, dan neme hij dien man tot voorbeeld! Een officier van het oude leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 119