119 gesprekken afluisteren; terwijl een andere troep des vijands in hinder laag ligt. Soms doen de doebalangs ecnige lans worpen naar het bivak der Maleische volgelingen, waardoor aldaar al zeer spoedig oene paniek kan ontstaan. Heeft die paniek plaats, dan doen de in binder- laag liggende vijanden een krachtigen aanval met bet blanke wapen op de in verwarring geraakte Maleiers en kappen woedend om zicb heen, hun geen tijd gunnende, zich te herstellen. De Maleiers waren steeds met eenige vrees bezield voor de erkende stoutmoedigheid der Padris en dachten in dergelijke gevallen meer aan een sauve qui peut dan aan een behoorlijken tegenweer. Een vreessebjS geschreeuw liet zich dan langs de geheele linie hooren; enkelen schoten in het wild, zonder doel; en zoo is het gebeurd, dat een 30 tal moedige Padris wel 2000 Maleiers in volslagen wanorde terugdreven. Bij dergelijke gelegenheden is het van het grootste belangdat de geregelde troep zelf niet in die verwarring medegesleept wordt. De veldwacht- commandanten moeten in de eerste plaats hunne onderhebbende man schappen met die vijandelijke list bekend maken en hen op het effect daarvan voorbereiden. Zij moeten bij zoodanig voorval enkele man schappen met het bericht wat er gaande is naar den colonnecommandaut zenden, hem tevens mededeelende, welke maatregelen door hen voor hunne veldwachten en schildwachten getroffen zijn. Zij moeten zich nooit laten verleiden, die enkele vijanden te laten vervolgen. Zien deze, dat de geregelde troep pal blijft staan, dan zullen zjj spoedig de vervolging der in verwarring geraakte Maleiers staken en sluipende naar hunne bentings terugtrekken. Mochten zij het al eens wagen, den postenketen onzer geregelde troepenmacht aan te vallendan zullen zij dien aanval vereenigd doen. Onze schildwachten vormen dan een halven cirkel, houden hun geweer vaardig om te vellen en doen beurtelings enkele schoten op den naderenden vijand, terwijl de veldwacht op hare hoede zijnde den postenketen ondersteunt. Heeft men dan het geluk, eenige vijanden ter neder te vellen of te verwonden en merkt men van hunne zijde ons standhouden op dan zullen de overigen spoedig wegsluipen. Tijdens den Padrioorlog heeft men een voorbeeld gehad van een aanval van 60 Padris op eene macht van 2000 Maleiersdie in verwarring werd teruggedreven en daarin eenige manschappen der voorpostenlinie van de geregelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 126