gezaghebbers van tijd tot tijd, volgens hooger last, zonder troepen langs den omtrek hunner posten de pasars rondgaan en zoo de In- landsche bevolking blijven gadeslaan. De vermindering der bezetting van sommige posten ten gevolge van den opstand van Bondjol en de gisting in Agam gedoogde niet, dat do gezaghebbers zich verder van hunne posten verwijderden. Van den pasar terugkeerende en zich nog op een kwart uur afstands van zijn post bevindende, werden de 1° Luitenant Hendriks en genoemde Toemenggoeng in een défilé, ■tusschen een vijver en eene mesigit, onverhoeds door 40 met sabel, lans of kris gewapende en uit de mesigit en een nabij gelegen koffie tuin komende Padris aangevallen, wier getal spoedig tot 100 klom. Op het oogenblik, dat de le Luitenant Hendriksdie te paard zat, zijne sabel trok, werd zijn paard reeds door twee doebalangs vastge houden, en Hendriks met zijne sabel om zich houwende, kreeg spoedig daarop eene klewanghouw over zijne linkerknie en een lirissteek in de rechter zijde. Hij wist niettemin door zijne aanhoudende bewegin gen met de sabel zijn paard uit de handen der doebalangs vrij te maken en dezen met de achter hen staande Padris voor zijne sabel houwen te doen terugdeinzen. De Toemenggoeng, die Hendriks krach tig ter zijde stond, verrichtte ook wonderen van moeddoch de weg vóór lien was als bezaaid met vijanden en het gevaar van hoe langer hoe meer te worden ingesloten, dreigde. Hendriksdie. echter veel locale kennis had, wenkte den Toemenggoeng en vond langs den vijver nog een open pad, dat naar zijn post leidde. De weg kon zijne eenige redding zijn. Hij geeft zijn paard de sporen, maar een hoek omrijdende, komt hij voor eene hoogte. Het paard springt er over, doch valt daarna en ligt naast zijn ruiter op den grond. Hendriks laat het paard los en posteert zich met den rug naar den vijver, zich met zijne sabel alleen verdedigende. Ook de Toemenggoeng is van zijn paard gestegen en heeft zich op een korten afstand voor Hendriks geposteerd, zijn zelfbehoud mede in het toedienen van sabelhouwen zoekende. Eenige lansen vliegen langs hunne ooren: eene daarvan verwondt het rechterbeen van Hendriks. Deze blijft, trots zijne pijnen, stand houden. Die houding boezemt ontzag in. De vijand, die hem en den Toemenggoeng gemakkelijk had kunnen afmaken, blijft staan, hoe ook als een wilde schreeuwende en zijne wapens bewegende, Hendriks

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 128