125 en van dit oogenblik van verwarring maakt de colonnecommandant gebruik om over de loopgracht en de borstwering in de benting te komenterwijl enkele manschappen het voorbeeld geven, dit te doen, staan anderen te vuren op de verdedigers, die, dit ziende, zich gereed houden, de indringers met schietgeweer, lans of klewang af te wijzen; en anderendie niet zoo goed kunnen klimmen, in de gracht blijven staan om het geweer aan de klimmenden toe te reiken en zich overigens zoo dicht mogelijk bij hen ophouden. De rest van de aanvalscolonne volgt nu zoo spoedig mogelijk en zij, die eenmaal de benting zijn binnengedrongen, houden zich daar zoo goed mogelijk staande tegen den op hen afkomenden vijand of hunne voorvechters. De ondervinding heeft geleerd, dat wanneer een gedeelte der geregelde troepenmacht de benting binnengedrongen is, de hulptroepen, die op dat oogenblik, meestal in eene achterwaartsche positie opgesteld, den loop van het gevecht afwachten, met élan de benting zullen binnenstormen en de vijand op de vlucht zal slaan. Is de vijand eenmaal op de vlucht, dan zijn de Maleische hulptroepen de beste troepen om hem te vervolgen. Men late dan die taak aan hen, onder hunne hoofden, gerust over, maar houde toch voor alle zekerheid een paar hoofden bij de geregelde troepenmacht achter. Deze wordt nu in de ver overde benting verzameld. Men zorge er steeds voor, dat geregelde troepen zoo weinig mo gelijk den vluchtenden vijand vervolgen, hetgeen zij vaak gaarne willen doen om met de Mnleiers te rooven en branden. Yooral is dit het geval met onze Inlcmdsche soldaten. Men moet dit in de eerste plaats beletten, omdat de colonne daardoor te zeer verzwakt zoude worden en men daardoor ook wellicht niet bestand zoude zijn tegen een onverwachten aanval des vijands, waarop men steeds bedacht moet wezen. De PadriooAog heeft voorbeelden opgeleverd van een vluchtenden vijand, die zich achter bergen of heuvels of in diepten en ravijnen verzameld heeft om uit die punten de achte loosheid onzer troepen na de verovering eener benting gade te slaan en, daarvan gebruik makende, onze colonnes met vernieuwde woede in hare bivaks op nieuw aanvielen, zoodat al de behaalde voordeelen van een dag door een oogenblik van achteloosheid en met verlies van troepen weder verloren gingen. Laat men de hulptroepen be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 132