grondslagen, dat die titel van Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht beoosten de Kaap de Goede Hoop niet meer noodig is om
wederstrevende officieren van de Koninklijke Nederlandsehe Marine
al bekleedt hun corps tegenover den Gouverneur-Generaal een veel
onafhankelijker standpunt dan het Indische leger binnen de grenzen
van hunne plichten te brengen. Alle waarborgen daarvoor vindt men
in liet samenstel van ons staats- en administratief recht. Welke
Gouverneur-Generaal zou tegenwoordig anders denken?
Maar die fout om den Gouverneur-Generaal den titel van opper
bevelhebber te geven, ontneemt den Koning de bevoegdheid om bij
dreigend oorlogsgevaar een militairen opperbevelhebber van Neder-
landsch-Indië te benoemen, die, als veldheer en militaire specialiteit,
's Konings vertrouwen volkomen geniet.
Leverde het Regeeringsreglément daartoe geen beletselwas de
Gouverneur-Generaal niet tevens opperbevelhebber, dan behoeft er
daarom nog geene sprake te zijn, dien door den Koning met de ver
dediging van Nederlandsch-Indië belasten Generaal de macht van den
Gouverneur-Generaal te geven, om zoodoende wellicht een zeer be
kwaam staatsman als den Gouverneur-Generaal ondergeschikt te maken
aan den militairen opperbevelhebber, die wederom minder geschikt kan
zijn om, vooral in dagen van gevaar, wanneer hij zich weinig kan inlaten
met den loop der staatszaken en te velde zijnde ook weinig invloed
kan uitoefenen op de verschillende takken van algemeen bestuur,
tevens als Gouverneur- of Commissaris-Generaal op te treden.
Het belang eener goede landsverdediging eischt echter en vooral
veerkracht van de daarmede belaste personen, de Commandanten van
Land- en Zeemacht. Hunne instruction moeten daarom zoodanig
luidendat zij in tijden van buitenlandschen oorlog of algemeenen
opstand volkomen vrijheid van handelen hebben in het besturen der
militaire operatiën. Die vrijheid behoort ook grooter te worden ge
maakt wat betreft het organiseeren der landsverdediging reeds in
tijd van vrede, natuurlijk met inachtneming der administratieve be
palingen, waaraan ook de Commandant van het Leger als hoofd van
een departement van algemeen bestuur onderworpen is.
Wij gelooven, dat hierdoor niets te kort wordt gedaan aan de
waardigheid van den Gouverneur-Generaal. Integendeel. De Leger-