141 In andere omstandigheden geplaatst, kan men den militairen aan voerder ook meer zelfstandigheid geven. Wij bedoelen het vereenigen van het militair en civiel gezag in den persoon van den militairen bevelhebber bij gewone expeditiën. Die vereeniging heeft onschatbare voordeelensplitsing van gezag daarentegen vele nadeelen. De Indische geschiedenis kan hiervan talrijke bewijzen geven. Gesplitste verant woordelijkheid werkt bovendien verlammend. Ben Indisch militair aanvoerder, die te weinig politieke begaafdheden bezit om tevens Gouvernements- commissaris te kunnen zijn, is voor zijne taak van Indisch bevelhebber ongeschikt. Tactiek, strategie en politiek zijn ook Indische drielingzusters. De aanwezigheid van een civielen Gouvernements- commissaris bindt vaak de handen van den militairen 'bevelhebber. Soms voerde zij ons in gedachte terug naar de tijden der Gedeputeerden te velde. Het is de taak van den Indischen Leger commandant, er voor te wakendat het civiel bestuur na eene expeditie niet te spoedig optredemaar dit eerst het geval zijwanneer het militair en politiek doel van den oorlog of veldtocht bereikt is en de landstreek, tot vrede en rust gebracht door de kracht der wapenen, op nieuw of voor het eerst georganiseerd moet worden. Dit behoort tot de taak van het civiel bestuur, dat dan eerst feitelijk optreedt en de attributen verkrijgt, toegekend bij artikel 68 van het Kegeeringsre- o-lement. Hen gelieve ons niet te rangschikken onder hendie er op uit zijn, de militaire overheid ten allen tijde op den voorgrond te stellen. Wij hebben dit reeds vroeger gezegd en herhalen het hier. Wij voeren strijd voor 's lands belang en het behoud der Nederlandsche bezittingen in Indié. Wij gaan zelfs verder en beweren dat wanneer de ure des gevaars daar is, meer dan één Generaal of militair aanvoerder, bij de gedachte aan zijne groote verantwoordelijkheid, dezebij de moeilijke taak der verdediging van Nederlandsch-lndiëniet ongaarne zoude zien overdragen aan den staatsrechtelijkèn Opperbevelhebber, den Gouverneur-Generaal. Maar wij gelooven tevens, dat meer dan één Opperlandvoogd in dat geval wel zoo verstandig zal zijnden Leger commandant de zorg voor de verdediging en alle oorlogsoperatiën over te laten en er zich zelf niet mede te bemoeien, op de wijze zoo als laatstelijk de Gouverneur-Generaal Van Lansberge met het O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 148