- 144 tegenover de Inlandsche bevolkingmaar vooral tegenover de Vorst enlanden. Sijapa jcmg menangzal dan telkens uit den mond van iederen Inlander gehoord kunnen worden'; hoort hij van dien terug tocht des Gouverneurs-Generaal, zoo zal het antwoord op die vraag spoedig luiden: Toewan besar soedah kalah. Maar dat bij elkander of niet ver van elkander zijn van Gouverneur-Generaal en Leger commandant zoude bovendien zoo licht verwarring kunnen stichten in het dageljjksch beheer der gewone staatszaken. Neenzoo veel mogelijk ver verwijderd van het hoofdkwartier van het leger te velde of daar, waar zich de Legercommandant bevindt, moet de Gouver neur-Generaal stil blijven op de plaats, waar geen gevaar te duchten of althans in den eersten lijd te vreezen is en hij door het krijgs gewoel niet belet wordt, veilig te regeeren. Op die plaats moet de zetel van bestuur, de hoofdstadhet laatste bolwerk van Nederlandsch- Indié zijn, van waar de Gouverneur-Generaal, bijgestaan door zijn kabinet, den Raad van Indièden Raad van Directeuren en den Procureur-Generaal bij het Hooggerechtshof, zoo noodig, voortdurend zijne bevelen door den telegraaf kan blijven geven en op de hoogte worden gehouden van den loop der krijgsverrichtingenDit is het eenige middel om aan de verdediging de meest mogelijke kracht te geven. Men behoeft ons dus niet te vragen of wij voorstanders zijn van de verplaatsing van den tegenwoordigen bestuurszetel. Er is, met de voorhanden middelen, geene krachtige, geene goede verde diging mogelijk zonder die verplaatsing. Juist in eene goede ver plaatsing schuilt eene mogelijke en, met die middelen, wellicht nog krachtige verdedigiug. Doch ook hierbij geldt het: geene halve maatregelen! Wie eene verplaatsing wil, moet haar goed willen en voor de kosten er aan verbondenniet terugdeinzen. Wij zien daarom slechts heil in eene permanenteniet in eene tijdelijke verplaatsing van den bestuurszetel. In zijne residentie blijvende, moet de Gouverneur-Generaal of zijn plaatsbekleeder overigens in al de rechten gehandhaafd blijven, hem bij het Regeeringsreglement toegekend. Als vertegenwoordiger des Konings blijft hij de hoogste macht uitoefenen en deze moet in dagen van nood en spanning noch verminderd noch verdeeld worden. Hij moet zich ook daarom niet aan het hoofd van het strijdende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 151