inziens als eerste voorwaarde mede, dat hij rechtstreeks met hen
arbeide. Die alles onderscheppende staf van secretarissen en exami-
neerende redacteurs, waardoor ook onwillekeurig alle vertrouwelijke
omgang tussehen beveler en uitvoerder wordt belet, moet dus op
geruimd. De Directeuren moeten niet slechts de uitvoerders van
deu geredigeerden wil des landvoogds, zij moeten tevens de redacteurs
van dien wil zijn Behoudens noodzakelijke uitzonderingen moeten
zij de besluiten, de aanschrijvingen aan de gewestelijke besturende
brieven aan den minister, ontwerpen een en ander volgens mondelinge
opgaven of schriftelijke schetsen van den G. G., gelijk thans de Al-
gemeene Secretaris. Zij zullen zoodoende zijn wil èn beter verstaan
èn vroeger kennen. Yeel noodeloos geschrijf zal daardoor vervallen.
De Algemeène Secretarie losse zich op in een onkostbaar „Kabinet
van den G. Ge', met een ambtenaar van middelbaren rangreferen
daris b. v., aan 't hoofd. Natuurlijk blijven het goevernementsarchief
en de goevernementsboekerij bij dit nieuwe bureau van den landvoogd.
Als bewaarder van het archief zal de chef van het kabinet, of de
onder hem met deze taak te belasten ambtenaar, verplicht moeten
zijn, bij elke voordracht van Directeuren de stukken over te leggen,
die op de zaak betrekking hebben; indien dan stukken gevonden
worden waarop de voordracht niet gelet heeft, zal hij ze bij nota
moeten aanwijzen. Redactiewerk echter worde hem alleen opge
dragen wanneer het kwalijk door de departementen geschieden kan.
Het Kabinet zij overigens niets dan een kantoor van ontvangstregis
tratie en expeditie der aan den G. G. gerichte of van hem uitgaande
stukken. De registratie moet meteen dienen voor het dagelijksch
toezicht van deu G. G. op de Directeuren ter voorkoming van achter
stand enz. Naar mijne overtuiging is dit planmits door een
vaste deskundige hand, zonder groote bezwaren te verwezenlijken en
belooft het een beteren gang der dienst dan het stelsel van het
bestaande." Zoo schreef de Heer De Waal in 1867. En tien jaren
later, nadat hij Minister van Koloniën was geweest: „Over de Al-
gemeene Secretarie hangt een hervormingdenkbeeldreeds door
twee ministers voorgestaanmaar wegens den aard der zaak niet
wel uit te voeren dan door een goeverneur generaal die met volle
overtuiging er mee. instemt." Op de gemaakte bedenking, dat het