156
digen of een advies van een regeeringscollegiedat vaak de daartoe
vereisclite militaire vakkennis mist. 't Is daarom meer dan eens
gebeurddat dit collegie zich bij de behandeling van zuiver militaire
aangelegenheden eenvoudig van advies moest onthouden, dat door
den Gouverneur-Generaal gevraagd werd.
Hiet alleen is meer zelfstandigheid voor den Legercommandant
gewenscht hij een oorlog tegen een buitenlandschen vijand, ook bij
expeditiën tegen een Inlandschen vijand moet dat het geval zijn. In
tijd van oorlog of opstand moet de militaire macht in alle opzichten
de sterke arm zijn, die onwil en verzet treffen en vernietigen kan,
zonder de aan haar verleende bevoegdheid te overschrijden. Zoo
was het tjjdens den oorlog op Java met de aan den Generaal De
Koek verleende machtal trachtte de Commissaris-Generaal Du Bus
hem ook hierin te kortwieken. Het verminderen van die macht
voor den Britsch-Indischen Legercommandant door den Onderkoning
Lord Canning was eene der oorzaken van den beruchten opstand,
die Britsch-Indië op den rand des afgronds bracht.
Een aanvoerder van eene expeditie, die het vertrouwen bezit van
Opperlandvoogd en Legercommandant, heeft hetzelfde recht op die
meerdere zelfstandigheid. Hij moet echter ondergeschikt blijven aan
den Legercommandant en zich nimmer rechtstreeks verhouden tot
den Gouverneur-Generaal, waardoor het gezag van den Legercomman
dant ondermijnd wordt, zoo als de Gouverneur-Generaal Van den Bosch
tijdons het legercommando van den Generaal De Stuers met de aanvoer
ders der expeditiën tegen de Padri'sen Djambide Gouverneur-Generaal
Loudon onder het legercommando van den Generaal Whitton en de
Gouverneur-Generaal Van Lansberge onder het legercommando van
deu Generaal De Neve met de militaire bevelhebbers in Atjeh vermeend
hebben te mogen doen.
Evenmin als de Gouverneur-Generaal zich aan het hoofd van het
leger moet stellenevenmin is het wenschelijkdat de Legercommandant
zelf expeditiën commandeert, zoo als de Generaal De Koek in 1821
tegen Palembang en van 1825—1830 op Java, de Generaal Cochius in
1837 tegen Bondjolde Generaal Van der Wijck in 1848 tegen Bali en