„De westelijke arm, de Koerong Tjoet, werd hierboven reeds besproken". „De oostelijke arm staat in verbinding met de Koewala Tjangkoeï of Koewala Lehoeterwijl de zuidelijke arm zoodanige lengte heeft, dat men I j- uur noodig heeft om per prauw van de monding tot op de hoogte van Gighen te komen." „Kampong Gighen ligt aan beide zijden van die (ik cursiveer) plas." Nog verder leest men: „Aan beide zijden van den ingang der Koewala Gighen liggen twee versterkingen en wel oostelijk Kotta Runtoewestelijk Fort Diamant. Op de smalle, droge, strook boven de Koerong Tjoet heeft men van oost naar west gaande de Kotta's RadjaPerakh en Moesapidie allen bezet zijn. De afstand tusschen fort Diamant en Kotta Radja wordt op 1 uur gaans geschat". En nog verder: Kotta Perakh en Kotta Radja, op de zandstrook oostwaarts van de Atjeh-rivier gelegen, zijn door wegen van -j- a uur gaans verbonden met eene brug, die over de Koerong Tjoet ligt." „Van die brug loopt eeu breede voor Artillerie geschikte weg, bijna recht zuidwaarts, naar de Atjeh-rivier, vlak tegenover kampong Langsepong" „Deze weg is één el hoog, heeft links en rechts van zeer goed drinkbaar water voorziene slooten, voert door de kampongs Koe walaLehoe LoeêLampoelau LampoeloeLemkroet Lamkroek Anak Kroeng Pantel Perakh en komt achter de woning van den Sjabandar uit, waar, zoo als wij zagen, eene waadbare plaats door de rivier is". „Uit dezen weg voert een zijpad van- uur gaans naar de woning- van Toekoe Kaliwelke -f- uur gaans van bovenbedoelde brug is Op bladz. 3 der beschrijving, samengesteld door het „Bureau voor de krijgs toerustingen op Sumatraleest men „Een weinig voorbij de woning van den Sja bandar is eene plaats, waar men bij eb de rivier met 3i voet water kan doorwaden." De woning van den Sjabandar lag niet ver van den Kraton. Als liggende, ten wes ten van den kampong Lemboe en ook ten westen van den kampong Langsepong aan don oostelijken rand der groote droge vlakte, (grasvlakte) is de waadbare plaats ook op de kaart van het „Bureau voor de krijgstoerustingen" aangeduid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 186