182 dat de Gighen ter plaatse waai' men zich bevond, bevaarbaar was en dat hetgeen men meende, dat de Koerong Tjoet was, doorliep tot aan de Atjeh-iiviavdus, al was er soms sprake van bevaarbaar heid, geene voordeelen aanbood boven de gemeenschap over zee, die kon geschieden onder bescherming der Marine. Zoo was de toestand. Aan het gebruiken van de Koerong Tjoet of Tjipandjangtot het opvoeren van vivres, dacht niemand, en heeft niemand gedacht, voor dat de Generaal V. S. vermeldt het in zijn laatste geschrift in 1879 de chef der expeditionaire Intendance op het denkbeeld kwam, Lamjong door middel van de Koerong Tjoet te proviandeeren. Hoe zich dit toedroeg, is mij weinige maanden geleden door dien hoofdofficier verteld. Ten bewijze, dat vroeger nooit aan het gebruik maken van Koerong Tjoet en Tjipandjang gedacht was, voegde hij er bij, dat zelfs de Generaal Van der Heijdentoen hij te Lamjong kwam, niet begreep, hoe zoo spoedig aan zijn last voldaan was en zijne verwondering niet kon ontveinzen, toen hij vernam, hoe thans was geproviandeerd. Geen wonder dan ook, dat noch Brutus, volgens Generaal Booms, ongetwijfeld een deskundige en vermoedelijk iemanddie in hoog en rang de ticeede expeditie medemaakte(ik cursiveer) noch Patriot weder volgens den Generaal Boomsblijkbaar een deskundigeaan wiens artikel: Wat moet er voor Atjeh gedaan wordendenkelijk meer aandacht zou zijn geschonkenindien het onderteekend was(ik cur siveer nogmaals)noch de Heer Jeekel, ook een vinnig tegenstander van Generaal V. S.. met een enkel woord van de Koerong Tjoet of van de Tjipandjang als vaarwater tot het opvoeren van vivres hebben ge sproken De tweede, Een Patriot", spreekt zeer bepaald van zuid waarts marcheeren, de eerste en laatste hebben blijkbaar aan dat Zie, wat betreit „Een Patriot", het opstel van Generaal Booms in „De Grids" van Mei 1879, en, wat betreft Brutushet opstel mede van Generaal Booms dd. 12 Januari 1875, overgenomen in het Bataoiasch Handelsblad van 13 Maart 1875. wBenajoeng was van het bivak van Moesapi een uur gaans verwijderd; onderweg' bevond zich een moerassig gedeelte, waarover eene hulpbrug van H- 7 M. lengte. Ziedaar de eenige belemmering." Jeehel in het Vaderland van 23 April 1875, No 95. Deze had nog niets van een marsch zuidwaarts van Gighen gehoord, en zijn plan van aanval tegen Generaal V. S. maakte het wensclielijk, den weg van Moesapi naar Pe- najoeng ais zeer gemakkelijk voor te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 189