plan noch aan de zijtakken van de Koerong Tjoet gedacht. De zen bepalen zich tot het critiseeren der wijze, waarop de marsch langs het strand is ten uitvoer gelegd, maar gewagen met geen enkel woord van eene andere richting, die beter zou zijn geweest, 't Is met dat opvoeren van vivres gegaan als met het ei van Columbus. Een voortvarend, ijverig, bekwaam en denkend hoofdofficier der Mi litaire administratie vond de oplossing van het vraagstuk, en van alle zijden hoorde men uitroepen: dat zouden wij ook wel gedaan hebben, terwijl men niet eens bedacht, dat in 1873 de zeven bentings die in 1879 den vaart op de Koerong Tjoet en dus zoo veel te meer op de Tjipandjang dekten, nog niet bestonden. Heb ik voldoende gestaafd, dat op den 11™ December 1873 niemand gedacht heeft aan den opvoer van vivres langs de Koerong Tjoet of Tjipandjang Op den 9™ December 1873 waren voor de beide brigades niet, zoo als men uit het voorkomende op bladz 119 van „De waarheid, enz." zou kunnen opmaken, 3130, maar slechts 2380 dwangarbei ders beschikbaar Dat aantal was op den 12™ December uit den aard der zaak nog kleiner. Blijkens de berekening, gemaakt bij het „Bureau voor de krijgstoerustingen" vóór den aanvang der 2e ex peditie en voorkomende in de reeds vermeldeop dat bureau sa mengestelde „Beschrijving van Atjeh" (dus eene vertrouwbare bron) zijn voor eene brigade, die in normale omstandigheden verkeert, dat wil zeggen, die niet een deel zijner dragers door cholera ziet wegrukken en die niet genoodzaakt is, het aantal, bestemd voor de ambulance en het vervoer van zieken, te vergrooten, zoo zij voor drie dagen levensmiddelen medeneemt, noodig 1239 koelies (f). Daarbij kwamen de koelies, die in de stapelplaats en de ambulance aan het strand moesten achterblijven. Wat zou bij het doorgaan GrigiengKadjoeTjadehPahan Koerong TjoetTongaSilang en Lamjong. Toch zegt O., dat de posten in 1878 en 1879 een gedeelte onzer macht neutraliseerden. Zie bladz. 13 van „Atjeh gedurende de 2e expeditie én later". Voor.de juistheid der opgave tot op enkele eenheden na sta ik in. (t) De ondervinding heeft bewezen, dat dit cijfer niet hoog genoeg is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 190