191
forceeren van den overgang medewerkten en de rest, gedeeltelijk binnen
weinige minuten, gedeeltelijk binnen weinige uren kon medewerken.
Maar er is meeren wel
a. Te Lambaroeeen overgangspunt gelegen in de nabijheid eener
sterkte, sedert twee jaren door ons bezet; te Lemboeden over
tocht te verrichten uit een kampong, pas door ons veroverd en op
20 minuten afstand van een bivakeerst sedert zes dagen bezet.
b. Te Lambaroede vijandelijke oever volkomen beheerscht door
het concentrisch vuur der onzen; te Lemboe de stelling des vijands
parallel met de onze.
c. Te Lambaroeaan de overzijde der rivier eene sawahvlakte,
slechts langs de oevers begroeid; te Lemboe versterkingen in be
groeid terrein.
cl. Te Lambaroebehalve Oleh ICarang op 5500 M., nog Pango
op 3000 M. van het overgangspunt, beide posten aan den overkant
der rivier en sedert 1876 door ons bezet; te Lemboe het terrein
aan de overzijde der rivier geheel in de macht des vijands.
Is 't genoeg? «Waarom toch dat meten met twee maten? Greef
ieder, wat hem toekomt. En vooral, tracht niet den eenen in de
hoogte te steken, om den anderen te doen dalen.
Zou O. als commandant eener vesting, gesteld, dat de vijand
zijn front van aanval koos, waar de nadering de meeste bezwaren
opleverde, aan die zijde van het in den weg leggen van hindernis
sen afzien en niet trachten, zijn tegenstander verliezen te berokke
nen en zoolang mogelijk op te houden?
Die vraag in antwoord op hetgeen O. zegt omtrent de groote
vrees der Atjehers voor eene omtrekking langs de oostzijde van den
Kraton.
De feiten, vermeld op bladz. 92 en 96 mijner „Open brieven",
bewijzen volstrekt niet, datzoo als O. zegt het plan om den
Kraton door een geregeld beleg te doen vallenwerkelijk heeft be
staan. Immers zou men, had het laatste in de bedoeling gelegen,
hebben moeten beginnen met eene zoo volledig mogelijke inslui-
Te Pango werd een vlot op prauwen als gemeenschapsmiddel tusschen beide
oevers gebezigd.