193 ageeren na 't overbruggen of doorwaden der rivier die volgens Toehoe Nek moeilijk doorwaadbaar was heb ik geen woord gezegd. Ik achtte het niet de moeite waard, daarover te spreken, na vrij duidelijk te hebben aangetoond, wat van 't overbruggen of door waden zou zijn terecht gekomen. Wat betreft eene omtrekking, heb ik alleen gesproken over terreinbezwaren aan de west- en zuidzijde, omdat Borel meent, dat ze daar vroeger had kunnen plaats hebben Dat bij den aanval op de Mesigit te veel troepen in gevecht zijn gebracht, beweerde ik lang voor O. en beriep mij daarbij op de meening van den bekenden en ondervindingrijken officier van het Nederlandsche leger, die in 1874 uit Lampoeloe aan het Alge meen Handelsblad schreef'. Het doet mij leed, dat O., na hetgeen ik schreef op bladz. 71 t/m 76 der „Open brieven," eenvoudig blijft betreuren, dat men na het nemen van de Mesigit niet dadelijk tot de omtrekking vau den Kraton is overgegaan. Eene wederleg ging van hetgeen daar voorkomt, ware dunkt mij wel zoo afdoende geweest. Mij lust het niet, te herhalen wat ik daar gezegd heb en dat ik gedeeltelijk reeds twee, gedeeltelijk reeds vier jaren vroe ger gezegd had. Ignoreeren, om te kunnen blijven kloppen op het zelfde aanbeeld, gaat niet aan. Wanneer 0. de goedheid wil hebben, de aangehaalde bladz. 71 t/m. 76 nog. eens in te zien en tevens een oog te slaan in mijn IXen brief, dan zal hij bemerken, wat zich na het nemen van de Mesigit tegen de onmiddelijke omtrekking verzette, zoo mede dat niemand, zelfs niet de 2e bevelhebber, die onmiddelijke omtrekking in overweging gaf. Volgens O. pleit het voor het beleid van opperbevelhebber en staf niet, dat men eerst ter elfder ure tot de omtrekking is overgegaan, namelijk toen Toekoe Nek in overweging gaf, kampong Longbatta aan te vallen en Nja Hoesindie bekend was met het terrein tusschen de To,man Petjoeten dien kampong, als gids aanbood. Hij meent, dat ik beter gedaan had, dat feit te verzwijgen. De opper- 18 Journaal opperbevelhebber, Javctsche courant 4 Februari 1S74. „Open brieven," bladz, 78 en 74,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 200