195 a. dat juist het beproeven eener insluiting, zonder zekerheid van te zullen slagen, aanleiding kan geven tot het eerst na verloop van langen tijd bemachtigen der vijandelijke sterkte; b. dat het geregeld naderen der gracht en het aanleggen van batterijen op korten afstand voor Bondjol wel aanmerkelijke verliezen, maar geen enkel afdoend resultaat heeft gegeven c. dat eene poging om Bondjol door sappenarbeid te naderen en de borstwering met bamboedoeri-heg door buskruit op te ruimen, nadat men bijna eene maand was bezig geweest, moest worden opge geven; (f) d. dat de bestorming, die men tegen Bondjolnadat eene vol doende bres was verkregen, op den 4pn December 1836 beproefde, deerlijk mislukte; e. dat Bondjoldoor den vijand verlaten, in onze handen viel, zonder dat daarom een noodkreet werd aangeheven over het nemen van het ledige Bondjol. O. zietik wist wat ik deed, toen ik een geheel hoofdstuk wijdde aan de insluiting en verovering van Bondjol: O. deelt mededat Bondjol eerst viel, toen men ook daar ten laatste de omtrekking in practijk bracht en dat ik dit zelf zeg. Waar heeft hij dat op de door hem aangehaalde bladz. 65 of elders in mijne brieven gelezen? Nergens, 'fc Is trouwens volkomen onjuist. Reeds in het begin van Janu ari 1836, namelijk den 4™, was men met de omtrekking van Bondjol even ver gevorderd als op den 15e" Augustus 1837, toen Bondjol viel- (ff) Alleen bevond men zich toen, hoewel even noordelijk, 800 passen meer oostelijk, dus verder van de vijandelijke sterkte. De omtrekking was dus beproefdzoo als O. op bladz. 434 van het I. M. T. zegt, dat het behoortop voldoenden afstand van de wallen der te nemen f*) Bladz. 60 en 69, „Open brieven." Bladz. 64, „Open brieven." (f) Bladz. 64, „Open brieven." Bladz. 62, „Open brieven." Bladz. 67, „Open brieven." (ff) Door liet bezetten der twee schansen ten noordoosten van den kampong. Bladz. 61, „Open brieven."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 202