200 gemak zelfs, dat zij den volgenden dag ook van aftrekken met hunne wapens niet meer wilden weten en de onderhandelingen afbrakendit, zoo als O. zegt 't is zijne meening, die tot grondslag strekt omdat zij ons niet vertrouwdenzoo als ik zeg ik grond mij op de feiten omdat ze begrepen, dat ze, trots omtrekking en insluiting, de verdediging nog geruimen tijd zouden kunnen volhouden en ten slotte toch zouden kunnen aftrekken. Op den 140nMei 1866 komen de onzen voor Moentar Alam. Ten zuiden van den doeson positie ne mende, beginnen zij onmiddelijk met omtrekken. Dit gaat zoo goed, dat, nog dien dag, gedeelten onzer macht zuidoostelijk, westelijk en noordelijk van de versterking worden opgesteld, terwijl den 15en de verbinding tusschen de westelijk en noordelijk geplaatste troepen nog nauwer wordt. Daarop, den 16™. wordt ook de omtrekking dei- oostelijke zijde volbracht, waarop onze troepen stormen en afgeslagen worden, zonder dat de vijand, wiens terugtochtslijnen overal bedreigd worden, er aan denkt, den doeson te verlaten. Dertien dagen later, den 29en, wil hij van de door ons aangeknoopte onderhandelingen niet meer weten. Zelfs de op den len Juni begonnen sappenarbeid schrikt hem niet af: hij houdt vol tot in den nacht van denlOenop den 11 Juni, toen hij zich door onze linie een weg baande, niet tegenstaande de insluiting door middel eenet pcilissadeerinq geheel vol tooid was en de stelling reeds 25 dagen te voren volkomen was omgetrokken, zulks na eene moedige verdediging van cene maand (13 Met tot 11 Juni), waarbij een gering getal verdedigers, dat blij kens schatting bij de ontvluchting niet veel meer dctn een honderdtal bedi oegen gedurende dien tijd onze niet onbelangrijke troepenmacht van 600 man weerstand bood "W anneer dit voorbeeld te zanieu met hetgeen de geschiedenis leert omtrent de belegeringen van BondjolDjati en Tonka niet voldoende aantoont, dat het bedreigen van 's vijands terugtochtslijnhet volledig omtrekken van zijne werkende nadering door middel van sappenar beid; (f) ja zelfs volkomen insluiting niet altijd voldoende zijn, om I. M. T., 1870, bladz. 231. De gecursiveerde woorden zijn overgenomen uit het Militair Tijdschrift, 1870. 't) O. schijnt hier en daar te hebhen over het hoofd gezien, dat ik schreef tegen Borél.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 207