203
met eene getrouwheid, eene betere zaak waardig, gehandhaafd wordt.
Zoodanig tableau luidt gewoonlijk, wat de morgendienst betreft
Maandag. Militaire marscli of tirailleeren.
Dingsdag. Schatten van afstanden.
Woensdag. Schijfschieten.
Donderdag. Bataljonschool.
Vrijdag. Algemeen corvee en brandspuitexerceeren.
Zaturdag. Inspectie.
De middagdiensten worden eveneens door het tableau bepaald en de com
pagniescommandanten zien zich bij dergelijk programma ten eenen male
verstoken van de vergunning, hunne onderhebbende compagniën ter
hunner beschikking te hebben.
In stede van die eindelooze theoriën b. v. over het competeerende bij
de ontvangst van vernieuwing en de wijze, waarop de soldaat moet recla
meeren, als hij vermeent onrechtvaardig gestraft te zijn, waardoor intus-
schen de zucht tot reclameeren wordt opgewekt, ware het o. i. beter, de com
pagniën dan ter beschikking van hunne commandanten te laten. Deze
toch zijn verantwoordelijk voor de instructie, enz. hunner compagniën
maar hoe kunnen zij die verantwoordelijkheid dragen, wanneer dagelijks
de dienst door den bataljonscommandant wordt bepaald?
Aan dezen de bevoegdheid om zich ten alle tijde te overtuigen van den
goeden gang van zaken, maar aan de compagniescommandanten het
recht, te eischen, in de gelegenheid gesteld te worden, zich van de op
hen rustende taak, die veel omvattend is, naar belmoren te kunnen
kwijten.
Het groote gebrek overigens, dat in het algemeen in ons leger heerscht,
is, dat vele hoofdofficieren vermeenen, dat de officieren bezig gehouden
moeten worden en dat de geschiktheid voor den hoofdofficiersrang be
oordeeld wordt naar het indienen van staten, het beantwoorden van notas
van bemerkingen, enz.
Een corpscommandant, die zijn werkkring volkomen begrijpt en op
de hoogte is van den lust tot studie zijner onderhebbende officieren,
zal niet nalaten, hun den meest mogelijken tijd daarvoor te laten. Een
onderzoek, nu en dan, of zij daarvan gebruik maken, is noodig;
maar ook dat wordt menigmaal verzuimd. We zeggen nu en dan, omdat
men verzadigd is van den wckclijkscken cursus. Eens in de drie maanden
een verstandig geleid onderzoek, vrij van schoolsche vormen, zal tot betere
resultaten leiden. Het gehalte van ons tegenwoordig officierscorps is, bij dat
van zoo vele jaren herwaarts vergeleken, voorzeker van dien aard, dat weinig-