Yerder had men nog de volgende instructie: ITet werken met de inboorlingen bleek ook hier weder gepaard te gaan 1. De depêches Van het hoofdkwartier zullen tot opschrift bekomen.' „Bijzondei' telegram, onmiddelijk over te seinen"; zoodanige depêches gaan vóór alle andere telegrammen. e. Gewone telegrammen moeten overgeseind worden in de volgorde, waarin zij aangeboden worden. f. De telegraaf mag niet gebruikt worden voor particuliere berichten. g. De seiner is verantwoordelijk voor de kopiën der ontvangen en aangeboden berichten, Ji. Het bandpapier met ontvangen berichten moet dagelijks afgesneden en opgerold worden, en op de buitenzijde daarvan de datum gesteld. i. Er zal in de depêche-boeken (registers) afschrift gehouden worden van de aange boden berichten. 7c. De aangeboden berichten moeten dagelijks in originali verzameld en van den datum voorzien worden. 7. Er zal een dagboek aangehouden worden volgens de daarin vermelde instructie. m. De seiner is verantwoordelijk voor zijn toestelbatterijverbinding, enz., waarbij de grootste zorgvuldigheid wordt aanbevolen. n. Is er stoornis op de lijn, dan zal de seiner eerst nauwkeurig nagaan of de stoornis ook op zijn station is. Is dat niet het geval, dan moet hij door den ordonnans onmiddelijk den sectieopzichter der betrokken lijn doen waarschuwen. o. Aan eiken seiner wordt de grootste waakzaamheid aanbevolen. Bij onvoorziene gevallen zal hij op eigen verantwoordelijkheid moeten handelen. Men verwacht, dat hij dit met oordeel zal doen en zich de opgedane ondervinding ten nutte zal maken. Het dagboek zal aangehouden worden door den seiner van de wacht. Hij zal daarin dagelijks aanteekenen 1°. de hoedanigheid van de seinteekens bij het openen van het station; 2°. den uitslag en het tijdstip van het onderzoek der toestellen; 3°. opgave van den aard en duur der voorgekomen storingen; 4v. opmerkingen betrekkelijk onweders en aardstroomingen en hunne werking op de toestellen en lijnen 5". data van de verversching der batterijen en van de omwisseling van of herstel lingen aan seintoestellen 6°. het aantal verzonden en ontvangen berichten; 7°. elke bjjzonderheid, die in het station voorvalt en invloed heeft op de werking der lijn 8°. opgave der stations, waarmede men in verbinding geweest is; 9°. de hoedanigheid der seinteekens bij het sluiten van liet station. NB. N°. 1 en 9 worden overbodig, wanneer het station dag en nacht geopend is. Omtrent den bouw der hutten wordt nog aangeteekend, dat deze, bij gebrek aan palmbladen, aan de zijwanden gedekt werden door zeildoeken, hetgeen uitstekend voldeed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 218