223 breid om voor eene examenstudie te kunnen gebruikt worden. Een lioofdvereischte voor een leerboek is immers beknoptheid. Ontkend zal het zeker niet worden, dat de meeste officieren der Artil lerie de uitgave van dit werk eveneens met ingenomenheid zullen begroet hebben, hetzij omdat de te Breda door hen gemaakte aanteekeningen verloren zijn gegaan, hetgeen in Indië gemakkelijk geschieden kan, of dat die dictaten nog wel eenige toelichting behoeven, vooral indien het langen tijd geleden is, dat zij gebezigd zijn. Voor de afdeeling Tactiek, hoofdstuk I, het schieten, werden zestien vellen druks vereischt, waaruit blijkt, dat do onvang der gedurende een cursusjaar te verwerken leerstof niet te groot is; een gebrek, dat wel eens handleidingen aankleeft. Zeer geleidelijk wordt het onderwerp schieten behandeld, hetwelk op dezelfde wijze verdeeld is, behoudens eenige kleine wijzigingen, als Hoofd stuk XII van het „Handboek voor officieren der Artillerie" door Seijffardt en Van Pesch. Aangezien aan de Koninklijke Militaire Academie te Bredazoowel voor het Nederlandsche als voor het Indische leger artil lerieofficieren worden opgeleid, zoo zouden wij voor de laatsten gewenscht hebben, dat in de verschillende opgaven omtrent de uitwerking van het geschut iets meer vermeld stond omtrent de vuurmonden van het Indisch geschutstelsel. Zoo er reeds gegevens bestaan omtrent de uitwerking van het achterlaad veld- en berggeschut, waarmede eerstdaags de veld en bergbatterijen in Indië zullen bewapend worden, is het te bejammeren, dat deze niet in het eerste werk zijn kunnen worden opgenomen; zoo zij bestaan ofnaderhand geleverd kunnen worden, hopen wij, dat zij in een herdruk of bij een bij voegsel zullen bekend gemaakt worden. De opgaven van de uitwerking der getrokken voorlaadkanonnen, die zoo wel in Nederland als in Indië gebruikt worden, alsmede die van het gladde werpgeschut zijn zeer goed te gebruiken. Echter ontbreken om trent het Indische achterlaadkanon van 24 cM. vele gegevens, zeker hoofd zakelijk toe te schrijven aan het niet meer nemen van proeven met die geschutsoort. In het aanhangsel worden op korte en duidelijke wijze de grondformules der balistiek behandeld, die voor officieren, met het nemen van proeven en werkdadige oefeningen belast, van veel nut kunnen zijn. Omtrent het tweede aangekondigde werk valt weinig meer te zeg gen dan dat in 8 vellen druks de beschouwingen over de materialen, door de Artillerie tot verschillende doeleinden te gebruiken, zeer begrij pelijk in den voor een leerboek gewenschten vorm zijn gegoten,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 230