KRIJGSTUCHT INDISCHE LEGER. Algemeen is de klachtdat de krijgstucht bij het leger te gronde gaat. Natuurlijk is de wenschdat men tijdig maatregelen treffe om het leger van een wissen ondergang te redden. De krijgstucht is geene partijquaestie, zij is van algemeen belang. De militaire macht is een gewelddadig middel in den Staat; zij mag niet bandeloos zijn, wil zij niet gevaarlijk worden voor den Staat zeivendaarom heeft een ieder er belang bij dat de krijgs tucht bij dit leger geen oogenblik verslappe. Bijna algemeen wordt het vreemde gehalte van ons leger, waarvan België en Frankrijk het contingent leverdenals oorzaak beschouwd der geknakte discipline. Is dit echter geheel juist? Verre van te willen beweren, dat dit de beste elementen van ons leger bevat, zoo noopt liefde tot waarheid ons, te verklarendat eene op eigen waarneming gegronde ondervinding ons geleerd heeft, dat de Belg en de kranschmanwel is waar bewegelijk en hartstochtelijk zijn, doch niettemin vatbaar voor rede. Evenzeer als het bespottelijk is, met den vreemdeling absoluut zijne taal te spreken of die te rad braken zooals meesttijds geschiedtevenzeer is het af te keuren dat men bij het behandelen van zaken eene hun onbekende taal gebruikt en hen niet overtuigt, dat zij in het gelijk of in het onge lijk zijn. Wanneer de soldaat geen Hollandsch of Maleisch verstaat, dan moet hij dat maar leeren, zegt men; hij eet immers Hollandsch broodHoe 15 IN HET

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 232