226 menigmaal hoorden we dit niet beweren, menigmaal als dekmantel van eigen onbekwaamheidmaar dikwerf ook ging deze opvatting uit van personen, volkomen geschikt en in staat, zich in de Fransche taal uit te drukken. Wij willen toegeven, dat onder hen, die reeds twee en meer jaren in Inclië zijn, weinigen gevonden zullen worden, die noch het Hol- landsch noch het Maleisch verstaan. Heeft men de zekerheid en die kan men menigmaal bekomen dat een individu met minach ting neerziet op de taal van het land dat hij dienten haar daarom niet wil gebruiken, dan kan met zoodanig individu anders gehan deld worden; maar men houde in 't oog, dat de Nederlandsche taal door een gering zielental wordt gesproken. Wij hebben eene aan geboren geschiktheid, vreemde talen te leeren en met een goed accent te sprekenzoodat het onzerzijds eene kleine opoffering zal zijn, deii vreemdeling op de voor hem meest verstaanbare, meest doeltreffende wijze toe te spreken. Voor iedereu chef moet het aangenaam wezen, niet alleen overtuigd te zijn, naar recht en billijkheid te hebben gehandeld, maar tevens, dat zijne inferieuren, aan zijne disciplinaire rechtsmacht onderworpen, er van doordrongen zijndat zijne recht spraak gegrond is op rechtvaardigheid. Die overtuiging kan niet bestaanwanneer men bij het onderzoek eener zaak zich van eene den beklaagde onbekende taal bedient. Hoe menigmaal zal het daardoor niet gebeurd zijn, dat men den beklaagde de gelegenheid ontnamzich te verdedigen op hetgeen tegen hem is ingebracht? Wat ook niet bijdraagt, den Franschman of Belg tot een meer gewillig, handelbaar soldaat te makenis de omstandigheiddat menigeen onzer zijn vooroordeel te koop biedt. Met de wetenschap toegerust, dat zijne nationaliteit als een kaïnsteeken tegen hem is bij den chef, is hij met wrevel vervuld en doet hij zijn plicht niet met toewijding, wat geheel anders kon zijn.Uitdrukkingen als com munardsocialiste of pétroleurhoorbaar binnen'smonds gepreveld of, zoo als clit op het tooneel plaats heeftter zijde gesproken om onze onvergenoegdheid te kennen te jgeven, dat wij Franschen of FranscJi sprekende Belgen bij ons corps of onze compagnie hebben, eenmaal door den vreemdeling' uit den mond zijner officieren vernomen, ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 233