233
Wij wezen er op, dat onze reglementen veel te toegevendte
humaan zijn. Men zoeke het euvel niet in de toepassing dier re
glementen. En toch van die machtspreuk bedient men zich zoo
vaak, als men bij gezamenlijk wegloopen van militairen uit het gar
nizoen als anderszins, zoo gaarne iemand wil aanwijzen, die de
schuld dragende, als slachtoffer valt. Is dan de zaak hierdoor in
het reine gebracht? Wanneer een slechte geest heerscht onder een
troep en er gedemonstreerd wordt, dan wordt er te \eel aandacht
geschonken aan zoodanige demonstratieen dit is niet een der klein
ste kiemen van tuchteloosheid. Dat begreep de samensteller der
Algemeene order N° 53 van 1871. Zeer terecht. Jammer, al te
jammer maar, dat zijne bedoelingen wel gevat, maar niet altijd naar
eisch zijn uitgevoerd geworden.
Nogmaals, wanneer wij alleen in de toepassing der bestaande re
glementen het kwaad willen vinden, dan komen wij niet verder.
Het wordt tijd, dat ons Reglement van krijgstucht gewijzigd worde
en de Algemeene order N° 10 van 1877, als daaruit voortvloeiende,
schaffe men zoo niet gelijktijdig met dat reglement af, dan toch zoo
spoedig mogelijk, nadat men tot de erkenning zal zijn gekomen, dat
hare bepalingen niet doeltreffend zijn. Men slechte echter niet alleeD,
men bouwe te gelijk op.
Nieuwe, strengere bepalingen aan den eenen kant, meer waar
borgen aan den anderen kant tegen overdrijving en misbruik van
macht en gezag.
Wij zouden, daar waar wij van krijgstucht spreken en do hoop
uitdrukken, dat met grove bijl gehakt worde, bij het maken van
hervormingen, geen stilzwijgen mogen bewaren over de degradatie
en hare gevolgen.
Wij gelooven, dat het belang van het leger dringend vordert, dat de
gradatie als disciplinaire straf behouden blijft, hoe hard het voor
een individu ook zij, na jaren lang een graad bekleed te hebben,
zich tot den rang van soldaat teruggesteld te zien. In vroeger tijd had
men en nu nog bij de Zeemacht (meenen wij) bestaat de straf van tijdelijke
degradatie of suspensie, waarbij men niet langs alle graden weêr tot den
vorigen behoeft op te klimmen. Waarom die straf niet weder ingevoerd
Is artikel 29 van het Reglement van krijgstucht bij eene wet of bij