246 verontrust wordt, en daar veertien dagen lang rond te zwerven, zich en de zijnen met wilde pisang en andere boschvruchten voe dende. Nog 7 man verliest hij van zijn detachement ten gevolge van hekomen wonden. Ook hij zelf heeft van zijne wonden voel te lijden; maar ontkomen kan hij moeilijk, daar alle uitgangen dooi de Padris goed bewaakt worden. Eindelijk wordt hij door honger, gebrek en ellende genoodzaakt, de wildernis te verlaten en met de zijnen den weg naar Ran terug te zoeken. Nauwelijks echter is hij buiten de wildernis gekomen of hij wordt van alle kanten dooi de Padris aangevallen. Hij vindt niettemin tijd, zich met zijne soldaten op een heuvel midden in een padiveld te posteeren; zijne munitie is verschoten, maar ieder zal den opdringenden vijand met de bajonet afwijzen. Zoo houdt die kleine troep dapperen daar stand. Eindelijk zjju niet meer dan 8 man van het detachement overgebleven! En de dappere Engelbert van Bevervoorde wil thans nog eene laatste poging aanwenden om te ontkomen. Hij zal met die 8 man een bajonetaanval op den vijand wagen en trachten, zich door hem heen te slaan. Op dat oogenblik wordt hij door een steenworp aan zijn hoofd gewond en valt hij bewusteloos neder, om spoedig daarna deerlijk afgemaakt te worden; 5 van de 8 over geblevenen sneuvelen met hem, maar 3 weten aan de slachting te ontkomen en na eene maand zwerven in de wildernissen aan de rivier de Mas mg te komen; bij het overzwemmen dezer rivier ver liest een hunner het leven en de 2 overgeblevenen van het detache ment van Engelbert van Bevervoorde komen in onze benting te Mengopo het treurig wedervaren van dat detachement berichten. Ziedaar een treffend voorbeeld van het schenken van te veel ver trouwen! Uit dit voorbeeld valt ook te leeren, dat men geen wan trouwen moet laten blijken, maar toch steeds bedacht moet zijn op alles wat gebeuren kan. Yragen de Inlanders ons naar de reden onzer waakzaamheidnieuwsgierig als zijmaar vooral hunne hoof den zijndan moet men hun slechts antwoordendat die waak zaamheid onze hadat is, waar wij ook zijn. Die waakzaamheid is dan ook door sommige officieren op Sumatra ten allen tijde als een vaste grondregel aangenomen. Men passé haar ook toe, wanneer werkvolk uit de Inlandscjie be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 253