247
volking in onze bentings is, of aldaar Inlandsche hoofden een bezoek
aan den postcommandanfc komen brengen. Die hoofden worden steeds
door hunne doebalangs of lijfwacht vergezeld. Dit te verbieden kan
men bezwaarlijk doen, zonder mistrouwen te verraden. Maar in
zoodanige gevallen verbiedt men de bezettingzonder dringende be
hoefte, hare dagelijkscheallerlei kleine bezigheden te verrichten.
Alle in het fort aanwezige vuurwapenen moeten dan geladen worden,
terwijl de wapens ongemerkt zóódanig geplaatst moeten worden, dat
ieder op het minste gerucht zijn geweer en zijne patroontasch bij de
hand heeft. De bezetting mag dan de benting niet verlaten. De soldaten
die niets te doen hebbenlaat men in de kazerne op en neder wan
delen en op de slaapplaatsen zitten. De wacht moet, ongemerkt,
dubbele waakzaamheid betoonen. Een paar soldaten laat men onge
wapend steeds de borstwering rondwandelen om een oog in het
zeil te houden en de wacht dadelijk van alle eventualiteiten te kun
nen waarschuwen. Door deze regeling steeds toe te passen in de
benting, waar hij commandeerde, wist de Luitenant Hendriks den
Radja van Boewa in zijne slechte voornemens te dwarsboomen. Die
Radja kwam herhaaldelijk bezoeken bij hem afleggen, met geen ander
doel dan hem en zijne kleine bezetting af te maken. Het zelfde wat
de Toewankoe moeda van Bondjol aan Engelbert van Bevervoorde
had voorgesteld, stelde ook de Radja van Boewa aan Hendriks voor.
Men zoude samen uitrukken om esnige kwaadwillige kampongs te
tuchtigen. Hendriks zoude dan slechts 1 korporaal en 6 man in zijne
benting achterlaten, terwijl de rest der militaire bezetting, ten getale
van 20 Europeanen en 17 man barisan van Sentot (Ali Bassa Prawiro
Dirdjo) die aan de excursie moest deelnemen, tijdelijk vervangen
zoude worden door 40 doebalangs van den Radja van Boewadie
zich dan zelf met 400 uitgelezen doebalangs bij het detachement van
Hendriks zoude voegen! Dit voorstel werd gedaan, toen de Radja
tot de overtuiging was gekomen, dat hij door de waakzaamheid dei-
militaire bezetting in de door Hendriks gecommandeerde benting mets
kon uitvoeren; maar deze brave officier liet zich evenmin door dat
voorstel verschalken. Hij antwoordde den sluwen Radja, dat hij,
alvorens aan zijn voorstel gevolg te geven, eerst eene versterking
van 50 militairen wilde vragen, opdat hij hem goed zoude kunnen