249
waakzaamheid uit, die grooter wordt naarmate de bevolking eerst
kortelings onderworpen is. Hij moet steeds den omtrek van zijne
versterking laten verkennen en drukt zijne ondergeschikten op het
hart om vooral des nachts op alles te letten. De helft der bezetting
moet 's nachts steeds waken; de eene helft van 7 tot 12 uur, de
andere helft van 12 tot 6 uur 's morgens. Dit kunnen onze troepen
desnoods volhouden. Het wakende gedeelte der bezetting bezet altijd
alle wachten en nachtposten. Als de bezetting des morgens vele
kleine werkzaamheden heeft te verrichten en daardoor verspreid raakt,
dan laat de postcommandant den omtrek der benting goed doorzoe
ken en bezigt daartoe vertrouwde Inlandsche onderofficieren, die zich
als gewone Inlanders verkleeden en hunne, wapens medenemen om
alles ongemerkt te kunnen zien. Steeds zorge de postcommandant,
dat hij over die kleeding en wapens kan beschikken. De benting
moet ten allen tijde voor drie maanden van'vivres en geld voorzien
zijn, opdat niet telkens detachementen uitgezonden behoeven te wor
den ter bekoming van. vivrcs op de pasar's en ter afhaling van dran
ken (medicijnen) en geld van de hoofdplaatsen. Moeten dergelijke
detachementen uitgezonden worden, dan moeten zij eene behoorlijke
dekking der transporten uitmaken en niet slechts uit enkele man
schappen bestaan. Alles wat in Europa in het groot is voorgeschre
ven bij het begeleiden van convooien, is ook in Indië, in overeen
stemming met de middelen, welke men hier voor het vervoer van
gelden en goederen bezigt, van toepassing. In Indië moet men echter
meer dan in Europa de grootste oplettendheid in acht nemen bij
het begeleiden van transporten, omdat men alle vervoer door In
landsche hulp moet bewerkstelligen. Zelfs al kunnen onze colonnes op
Sumatra beschikken over pikolpaarden of pikolossen en pedati's, door
ossen of karbouwen voortgetrokken, dan nog heeft men altijd In
landers tot voerlieden of geleiders noodig, op wie men nimmer zoo
goed staat kan maken als in Europa op de meeste wagenknechts
of eigenaars van wagens en paarden, die hun eigendom niet spoedig
in den steek zullen laten, terwijl in Indië de geleiders in de meeste
gevallen de eigenaren niet zijn, maar gewoonlijk gouvernements-ei-
gendom geleiden.
Bij de oprichting van eene versterking in een vijandelijk ol korte-