van Soeliajer in onderwerping kwam; en zij deed ook verder geene pogingen om dat te doen. «"adat de colonne van den Kapitein De Quay eenige dagen te Singkarah was gebleven, werd de Luitenant Hendriks opgedragen om met een detachement van 75 militairen Euro peanen en Inlandersde XX kottas te bezetten en zich te Samawang te vestigen. Gemelde Maleische Toewankoe werd eenige dagen bij Hendriks gelaten om hem behulpzaam te zijn in de eerste regeling van verschillende aangelegenheden en het bouwen eener benting voor de militaire bezetting alsmede om te trachten, de bevolking van Soe- liajer in onderwerping te brengendoch alles wat hiertoe aangewend werd, was vruchteloos, zoolang genoemde Toewankoe met zijne Maleiers bij Hendriks bleef. Toen een pas onderworpen hoofd van Singkarah den Luitenant Hendriks hierop opmerkzaam maakte, bedankte die officier den Toewankoe voor zijne verdere diensten, voorgevende zich thans alleen te kunnen redden. Nog geen vier en twintig uren na het vertrek van den Toewankoe had Hendriks het aanbod- der bevolking- van Soeliajer ontvangen om onvoorwaardelijk in onderwerping te ko men! Daar dit alleen ons verlangen was, gaf Hendriksten blijke dat hij vredelievend gezind was, aan de zendelingen een tanda mede, in den vorm van eene lans, waarop prijs gesteld wordt. Dit is een bewijs om zonder vrees te komen en dat zij met een tegentanda te rugbrengen. Den volgenden morgen kwamen al de hoofden van Soe liajer bij Hendriksvergezeld van hunne lijfwacht van 150 doe- balangs, een tanda, bestaande uit eene sabel, eene lans en een geweer- voor elke soekoe, aanbieden en zich vervolgens onderwerpen. Nadat hunne onderwerping aangenomen was en hun de provisioneele voor waarden waren bekend gemaakt, verhaalden die hoofden niet alleen aan Hendriks hetgeen hier boven reeds verteld is omtrent hun we dervaren met genoemden Toewankoe, maar ook dat zij, nadat hun schoone kampong Soeliajer verbrand was en onze colonne zich te Singkarali bevond, wederom zendelingen aan den colonnecommandant hadden gezonden om zich te onderwerpen, die evenwel door genoemden Toewankoe waren aangehouden, die hun wederom de gezonden hadat had ontnomen en daarna een broeder van een dier hoofden, een der zendelingen, had laten onthoofden, terwijl de andere zendelingen wer den teruggezonden met den last om in stede van de driedubbele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 260