256
hun opgegeven weg, die alle bereidwilligheid der bevolking om hen
en hun troep van eten én drinken te voorzienvoor goede munt
opnemen en zich soms laten verleiden om den troep in kampongs te
laten rusten, neen, wat meer is, de wapens laten afleggen, de geweren
soms aan rotten laten zetten en den troep uiteen laten gaan om te
eten en drinken, hierdoor de grootste onheilen veroorzaken en zich
dan niet alleen in eens verraderlijk aangevallen en den troep afge
maakt zien, maar den smeulenden opstand in eens laten uitbreken.
Hiervan hebben wij een treffend voorbeeld ondervonden door de onvoor
zichtigheid van een eersten Luitenant, die, toen de opstand in Agam
op het punt stond van uit te breken, met een detachement van Fort
De Koek naar Goegoersigandcmg werd gezonden om na te gaan wat
daar en langs den weg derwaarts te doen was, omdat men sedert
een paar dagen vele gewapende Aganimers zich in die richting had
zien bewegen. Halfweg zijndelaat die officier zich, door de uitgelaten
vriendelijkheid der bevolking, hem en de zijnen klappers en al
wat zij wenschten te hebben, aanbiedende, verleiden om halt te
houden, zijn troep te laten rustende geweren aan rotten te laten
zetten en de soldatendie dorstig warenuiteen te laten gaan
om klappers aan te nemen; maar terwijl zij bezig waren, te
eten en te drinken, werden zij onverhoeds van alle kanten aange
vallen en sneuvelden de meesten hunner met hun onbedachtzamen
officier, vóór dat zij naar hunne wapens konden grijpen. Slechts
10 zwaar gewonden waren in staat, dat te doen en onder het moorden
naar onze benting te Goegoersigandcmg te vluchten, waar zij aankomende,
met een even onbedachtzamen korporaal te doen haddendie zich
door een bekend Inlandsch hoofd liet verleiden 0111 hem en zijne
militairen naar onze nabijgelegen benting Tambangan te brengen
omdat de overal opgestane Agammers de benting Goegoersigandcmg
zouden bedreigen, alwaar die korporaal met slechts 6 man in be
zetting lag. Nauwelijks was de korporaal buiten de poort zijner
benting of eene menigte vijanden drong er binnenmaakte hem en
de 16 militairen af en was meester van de benting. Het gevolg
van beide onvoorzichtige handelingen was, dat weldra de opstand
tegelijk in Ag amde VI kottas en Goenong uitbrak. Men moet
hieruit niet afleidendat de opstandzonder die onbedachtzame