261
beweging gebruikt waren, Penajoengenz. even ontbloot waren ge
bleven als op den 13en het geval was, 2 halve bataljons plus eene
compagnie 950 man voor de omtrekking en J- bataljon 400
als reserve, dat wil zeggen voor de omtrekking de helft der sterkte,
die op 23 Januari daartoe gebezigd werd, en in 't geheel 924 man
minder.-Daarbij vergete hij echter niet, dat op den 7en èn tot het
bezetten der Mesigit èn tot het bewaken van de voorwerken en Kam
pong Djawa èn tot het bezetten van Penajoeng eene grootere macht
noodig was dan op den 23en en zelf dan op den 13en, toen onze
tot en me.t den 6™ genomen positiën, zoo als ik zoo even zeide, te
zeer verzwakt waren, omdat toen den 7en de vijand door het bombar
dement, de voortdurende epidemie en de geleden ontberingen nog niet
zoo veel geleden had als op den 23en. De macht, waarmede de
tweede bevelhebber op den 23™ Januari 1874 uit Petjoet de operatie
ondernam en waarmede hij om 't gevaar te ontgaan, in eene ongunstige
positie slaags te gerakenreeds ten vier uur des namiddags het bivak
moest betrekken, is het beste bewijs voor 't waagstukdat de opper
bevelhebber zou hebben begaandoor op den 7™ met iets meer dan
de helft dier macht de omtrekking te beproeven.
De ketterijen op krijgskundig gebied, die O. verkondigt, daar
waar hij vraagtwat eigenlijk bij eene of andere operatie de meest
nauwkeurige kaart van een Indisch terrein beteekentzouden mij
bijna doen twijfelen aan zijne onpartijdigheid. De hinderpalen op
dat terrein worden er niets minder om, zegt liij. Zeer juist. Maar
in 't bezit eener kaartweet menwaar die hinderpalen liggenkan
men ze omtrekken, kan men het voordeeligste terrein kiezen, kan men
vóór de operatie bepalen of men hier of daar ook gevaar zal loopen,
zijn marsch gestuit te zien of in eene hinderlaag te vervallendat
maar genoeg, de voordeelen, ook in Indië verbonden aan 't bezit
van goede kaarten, zijn legio. Een paar vragenom dit aan te
toonen. Gelooft O., dat het noodlottige gevecht van den 26™ December
1873 zou zijn geleverd, wanneer den tweeden bevelhebber eene goe
de kaart had ter dienste gestaan? Zou de omtrekking op den 23™
Januari 1874, des namiddags ten vier uur zijn gestaakt, wanneer
onbekendheid met het terrein om den Kraton den tweeden bevel-